Negatieve getallen herhaling
1 / 24
Lesson duration is: 20 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
De negatieve getallen zijn
A
getallen kleiner dan 0
B
even getallen
C
getallen groter dan 0
D
oneven getallen
Slide 2 - Quiz
Plaats de getallen op de juiste plek op de getallenlijn.
0
-3
2
Slide 3 - Drag question
-3
-7
-7
7
-10
-10
Positieve getallen
Negatieve getallen
>
=
<
Slide 4 - Drag question
Welke getallen zijn tegengestelde getallen?
A
-4 en 45
B
23 en -23
C
5 en 5
D
-19 en 0
Slide 5 - Quiz
Wat krijg je als je tegengestelde getallen bij elkaar optelt?
A
-1
B
0
C
teveel
D
hetzelfde
Slide 6 - Quiz
Negatieve getallen optellen
- 3 + -3=
A
- 6
B
6
C
0
Slide 7 - Quiz
Negatieve getallen optellen
-21-5=
A
26
B
16
C
-16
D
-26
Slide 8 - Quiz
Negatieve getallen optellen
4+-5=
A
- 9
B
9
C
- 1
D
1
Slide 9 - Quiz
Negatieve getallen optellen
-4+3=
A
7
B
1
C
-1
D
-7
Slide 10 - Quiz
8-10 =
A
2
B
-2
C
18
D
-18
Slide 11 - Quiz
-2-4=
A
2
B
-2
C
6
D
-6
Slide 12 - Quiz
2 + -2 =
A
4
B
-4
C
0
Slide 13 - Quiz
-5 - -2 =
A
-3
B
-7
C
3
D
7
Slide 14 - Quiz
-4 - -4 =
A
8
B
-8
C
0
Slide 15 - Quiz
Wat is de juiste rekenvolgorde?
A
Haakjes, plus en min, keer en delen
B
Haakjes, keer en delen, plus en min
C
Keer en delen, haakjes, plus en min
D
Keer en delen, haakjes, plus en min
Slide 16 - Quiz
Wat moet je als eerste uitrekenen?
3 x 4 + 2 =
3 x 4 + 2 =
A
4 + 2
B
3 x 4
Slide 17 - Quiz
3 x 4 + 12 - 2 =
A
42
B
34
C
22
D
48
Slide 18 - Quiz
-8 x 5 =
A
40
B
-40
Slide 19 - Quiz
-5 x -5 =
A
25
B
-25
Slide 20 - Quiz
Wat is "som"?
A
+
B
-
C
:
D
x
Slide 21 - Quiz
Wat is de quotiënt van deze getallen?
30 en 2
30 en 2
A
8
B
15
C
2
D
134
Slide 22 - Quiz
Wat is het verschillen tussen 12 en 4
A
16
B
8
C
10
