1H/V H1 en 2: OEFENEN OEFENEN OEFENEN!

H1 t/m 7 OEFENEN OEFENEN!
We gaan nog eens door de vorige hoofdstukken heen.
Laat maar eens zien wat je allemaal nog of niet meer weet.
1 / 30
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H1 t/m 7 OEFENEN OEFENEN!
We gaan nog eens door de vorige hoofdstukken heen.
Laat maar eens zien wat je allemaal nog of niet meer weet.

Slide 1 - Slide

1. Welke figuur kun je hiervan maken?

Slide 2 - Slide

Hiervan maak je een ....

Slide 3 - Open question

1. Antwoord:  KUBUS

Slide 4 - Slide

2. Welke ruimtefiguur is dit blikje?

Slide 5 - Slide

2. een ...
timer
0:20

Slide 6 - Open question

2. CILINDER

Slide 7 - Slide

3. 

Slide 8 - Slide

De vorm is een ...
timer
0:20

Slide 9 - Open question

3.   onder- en bovenkant zijn een CIRKEL

Slide 10 - Slide


Welk woord ontbreekt aan het eind van deze tekst?
Typ dat in in de volgende slide.

Slide 11 - Slide


timer
0:20

Slide 12 - Open question


Het ontbrekende woord is:
UITSLAG

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Hoofdstuk 2 Getallen 

Slide 15 - Slide

De eerste 3 veelvouden van 12 zijn ...
timer
0:20
A
1, 2 en 3
B
12, 24 en 36
C
24, 36 en 48
D
2, 3 en 4

Slide 16 - Quiz

De eerste 3 veelvouden van 12 zijn:
12 zelf, 24 en 36

Slide 17 - Slide

De eerste 3 priemgetallen zijn:
timer
0:15
A
1, 2 en 3
B
3, 5, 7
C
2, 3 en 5

Slide 18 - Quiz

Antwoord:
2, 3 en 5 zijn de eerste drie priemgetallen
1 hoort er niet bij, 
want een priemgetal heeft TWEE DELERS,
zichzelf en 1

Slide 19 - Slide

Schrijf 12 als vermenigvuldiging van priemgetallen.
timer
0:20
A
1x2x2x3
B
1x3x4
C
2x3x2
D
2x2x3

Slide 20 - Quiz

Antwoord:
12 = 2 x 2 x 3

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Vereenvoudig deze breuken:

Slide 23 - Slide

3624
6545
timer
0:45
Typ hier je 2 breuken in:

Slide 24 - Mind map

Vereenvoudig deze breuken:
=     


=   
32
139

Slide 25 - Slide

Schrijf als decimaal getal:

403
timer
1:00
A
0.03
B
0.075
C
0.75

Slide 26 - Quiz

       schrijven we als een breuk met als noemer 1000 :
3 x 25      = 75
   40 x 25     = 1000
Dit kunnen we schrijven als:      0.075
403

Slide 27 - Slide

Vond je deze LessonUp leuk?
A
ja
B
wel aardig
C
nee

Slide 28 - Quiz

Vond je deze LessonUp nuttig?
A
ja
B
wel aardig
C
nee

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide