klas 1 proeftoetsje hoofdstuk 3 en 6

Wiskunde voor religieuzen: O.T + N.T. = de .......
1 / 23
next
Slide 1: Open question
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wiskunde voor religieuzen: O.T + N.T. = de .......

Slide 1 - Open question

Wat is de joodse naam voor het oude testament

Slide 2 - Open question

Wat is GEEN kenmerk van het Hebreeuws
A
van rechts naar links schrijven
B
andere klinkers (klanken) dan in het Nederlands
C
geen klinkers in het schrift
D
andere manier van het schrijven van letters

Slide 3 - Quiz

Oude Testament
Nieuwe Testament
Jodendom
over Jezus
Grieks
Hebreeuws
o.a. over Aartsvaders

Slide 4 - Drag question

Wat is de volgorde van de indeling van het Oude Testament
A
Ch N T
B
N T Ch
C
T N Ch
D
T Ch N

Slide 5 - Quiz

Wat betekent het als er gezegd wordt dat je Abraham hebt gezien?
A
Je bent 50 jaar geworden.
B
Je hebt je diploma gehaald.
C
Je bent overleden.
D
Je bent joods geworden.

Slide 6 - Quiz

De vier evangeliën gaan vooral over:
A
de eerste twee levensjaren van Jezus
B
de laatste twaalf uren van Jezus' leven
C
de gebeurtenissen uit het leven van Jezus die plaatsvonden in Nazaret
D
de laatste drie levensjaren van Jezus

Slide 7 - Quiz

Wat betekent het woord ‘evangelie’?
A
Geboorte
B
Boodschap
C
Goed bericht
D
Levensloop

Slide 8 - Quiz

De voornaamste taal van het Oude Testament is het
A
Hebreeuws
B
Grieks
C
Latijn
D
Aramees

Slide 9 - Quiz

In welke taal is het Nieuwe Testament voor het grootste deel geschreven?
A
Hebreeuws
B
Aramees
C
Grieks
D
Latijn

Slide 10 - Quiz

Witte donderdag
Goede vrijdag
Stille zaterdag
Pasen

Slide 11 - Drag question

Een synagoge is
A
een joodse school
B
een joods gebedshuis
C
een joodse winkel
D
een joods ritueel

Slide 12 - Quiz

Wanneer is Jezus geboren?
A
Voor het begin van onze jaartelling
B
In het jaar 0 van onze jaartelling
C
In het jaar 1 van onze jaartelling
D
Minstens 1 jaar na het begin van onze jaartelling

Slide 13 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van de feestdagen?
A
pasen-goede vrijdag-hemelvaart -pinksteren
B
goede vrijdag-pasen-hemelvaartsdag-pinksteren
C
goede vrijdag-pasen-pinksteren - hemelvaartsdag
D
pasen-hemelvaartsdag-goede vrijdag-pinksteren

Slide 14 - Quiz

Wat vier je met pinksteren?
A
begin van de schepping
B
Jezus'hemelvaart
C
komst van de heilige geest
D
geboortedag apostel Paulus

Slide 15 - Quiz

Van welke godsdiensten is Abraham de aartsvader?
A
Jodendom
B
Jodendom en Christendom
C
Jodendom Islam en Christendom
D
Jodendom Christendom, Islam en Animisme

Slide 16 - Quiz


Mohammed is...
A
De stichter en belangrijkste profeet van de islam
B
De stichter van de islam en de zoon van God
C
De belangrijkste profeet van de islam en de zoon van God
D
Hetzelfde als Allah

Slide 17 - Quiz

Wanneer trok Mohammed naar Medina?
A
524
B
622
C
728
D
829

Slide 18 - Quiz

Door welke engel werd Mohammed aangesproken?
A
Jonathan
B
Achmed
C
Gabriël
D
Aboe Talib

Slide 19 - Quiz

Het geloof in meerdere goden noemt men
A
humanisme
B
socialisme
C
monotheïsme
D
polytheïsme

Slide 20 - Quiz

Wat betekent het woord ‘Koran’ letterlijk?
A
voordracht
B
overlevering
C
boeken
D
geloofsbelijdenis

Slide 21 - Quiz

Wat zijn rituelen?
A
Dat zijn voorwerpen met een betekenis.
B
Dat zijn symbolen.
C
Dat zijn handelingen met een betekenis.
D
Dat zijn de heilige voorwerpen in de synagoge.

Slide 22 - Quiz

De hadj. Dit is de bedevaart die moslims wereldwijd minimaal één keer in hun leven doen. Ze reizen af naar Mekka, in Saoedi-Arabië (als zij hier financieel toe in staat zijn en als hun gezondheid dit toelaat)
De geloofsbelijdenis: elke moslim zegt dat er maar één God is, namelijk Allah, en dat Mohammed zijn profeet is. 
Vasten tijdens de Ramadan
Elke dag moet je 5x bidden
Elke moslim moet financiële hulp geven aan de armen en aan de geloofsgemeenschap.

Slide 23 - Drag question