This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Welkom!
Slide 1 - Slide
Rijksbegroting
Prinsjesdag
Troonrede
Rijksbegroting
Controle door eerste en tweede kamer
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Bereken de totale inkomsten.
Slide 4 - Open question
Rekenen met grote getallen
1 miljard = 1.000.000.000 = 1.000 miljoen
1 miljoen = 1.000.000
duizend = 1.000
Slide 5 - Slide
8,7 miljard =
A
8,7 miljoen
B
8.700 miljoen
C
8,700 miljoen
D
8.700.000
Slide 6 - Quiz
Miljoenennota
Toelichting op de Rijksbegroting.
Uitleg van de keuzes
Slide 7 - Slide
Rijksbegroting
Meer uitgaven dan inkomsten -> begrotingstekort
Meer inkomsten dan uitgaven -> begrotingsoverschot
Slide 8 - Slide
De Rijksinkomsten zijn €943,2 miljard. De Rijksuitgaven zijn €873,5 miljard. Er is sprake van:
A
een begrotingstekort van €69,7 miljard
B
een begrotingsoverschot van €69,7 miljard
Slide 9 - Quiz
De totale inkomsten van een gemeente zijn €82,1 miljoen. Van het Rijk krijgt de gemeente 45,4% aan inkomsten. Bereken hoeveel euro de gemeente krijgt van het Rijk.