6.4 Komt de overheid rond?

6.4 Komt de overheid rond?
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

6.4 Komt de overheid rond?

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 6.3
  • Een aantal verschillende belastingen kennen;
  • Waarom de overheid soms subsidie geeft;
  • Waarom de overheid soms accijns heft;
  • Wat voor niet-belastingontvangsten er zijn.

Slide 2 - Slide

Groepen
Zelfstandig de instructievideo van 6.4 bekijken, aantekeningen maken en de opdrachten maken (zie slide 8).
Klassikale instructie vervolgens opdrachten maken.
Verlengde instructie en extra oefenopgaven beschikbaar. 

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 6.4
  • Wat de rijksbegroting is;
  • Wat de miljoenennota is;
  • Wat een begrotingstekort of begrotingsoverschot is;
  • Rekenen met grote getallen.

Slide 4 - Slide

De rijksbegroting
De derde dinsdag in september is Prinsjesdag. Dan leest de koning de troonrede voor. En de regering maakt dan de rijksbegroting bekend.

 
De rijksbegroting is een overzicht van de verwachte inkomsten en verwachte uitgaven van het Rijk voor het komende jaar.

Slide 5 - Slide

Miljoenennota 
Bij de rijksbegroting hoort de miljoenennota

Hierin legt de regering uit welke keuzes zij gemaakt heeft. Bijvoorbeeld waarom zij gaat bezuinigen. Of waarom de btw verhoogd wordt.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Opdrachten
Maken: Opdracht 47 t/m 56 blz. 170 t/m 172
Tijd: 20 minuten
Werkvorm: Zelfstandig. Overleg op fluistertoon met directe buurman/buurvrouw is toegestaan.
Hulp: Docent maakt rondes.
Klaar? Taak 6.4 maken t/m opdracht 61 blz. 173
timer
20:00

Slide 8 - Slide

Leerdoelen 6.4
  • Wat de rijksbegroting is;
  • Wat de miljoenennota is;
  • Wat een begrotingstekort of begrotingsoverschot is;
  • Rekenen met grote getallen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Slide 11 - Link

Verrijkende opdracht
1) Pak de miljoennota van 2024 erbij en bekijk deze in tweetallen;
2) Kies één kostenpost en een uitgavenpost;
3) Bespreek met elkaar wat jullie zouden doen om deze kostenpost omlaag te brengen of deze inkomstenpost te verhogen.


timer
10:00

Slide 12 - Slide

Begrotingstekort- of overschot?
De inkomsten en uitgaven op de rijksbegroting zijn nooit helemaal gelijk aan elkaar.
Als de uitgaven meer zijn dan de inkomsten, is er een begrotingstekort.
Als er meer inkomsten dan uitgaven zijn, is er een begrotingsoverschot.

Slide 13 - Slide

Rekenen met grote getallen 
1 miljoen (1 mln) = 1.000.000

1 miljard (1 mld) = 1.000.000.000




Slide 14 - Slide

Omrekenen
Als je met miljarden en miljoenen moet rekenen, kun je de miljarden omzetten in miljoenen.
1 miljard = 1.000 miljoen

Bijvoorbeeld:
€ 54 miljard = 54 × € 1.000 miljoen = € 54.000 miljoen

Slide 15 - Slide

Omrekenen
Het omgekeerde kan ook: van miljoenen kun je miljarden maken.
1.000 miljoen ÷ 1.000 = 1 miljard

Voorbeeld:
€ 12.500 miljoen = (€ 12.500 ÷ 1.000) mld = € 12,5 mld
€ 5.400 miljoen = (€ 5.400 ÷ 1.000) mld = € 5,4 miljard

Slide 16 - Slide

Rekenen met grote getallen
De overheid ontving € 11,8 miljard aan btw. In de volgende periode was dat € 400 miljoen meer.
Hoeveel btw kreeg de overheid toen?

€ 11,8 miljard = € 11.800 miljoen
€ 11.800 mln + € 400 mln = € 12.200 miljoen
Of:
€ 400 miljoen = € 0,4 miljard
€ 11,8 mld + € 0,4 mld = € 12,2 miljard

Slide 17 - Slide

Rekenen met grote getallen
Nederland heeft 17 miljoen inwoners. De overheid geeft € 8 miljard uit aan het voortgezet onderwijs. Hoeveel is dat gemiddeld per inwoner?

De som is: € 8 miljard ÷ 17 miljoen = …
€ 8 miljard = € 8.000 miljoen
€ 8.000 miljoen ÷ 17 miljoen = …
Bij delen mag je de miljoenen tegen elkaar wegstrepen. Dus: € 8.000 miljoen ÷ 17 miljoen =
€ 8.000 ÷ 17 = € 470,59


Slide 18 - Slide

Opdrachten
Maken: Opdracht 57 t/m 61 blz. 172 t/m 173
Tijd: 20 minuten
Werkvorm: Zelfstandig. Overleg op fluistertoon met directe buurman/buurvrouw is toegestaan.
Hulp: Docent maakt rondes.
Klaar? Rekenopgaven 6.4 blz. 184 en 185
timer
20:00

Slide 19 - Slide

Leerdoelen 6.4
  • Wat de rijksbegroting is;
  • Wat de miljoenennota is;
  • Wat een begrotingstekort of begrotingsoverschot is;
  • Rekenen met grote getallen.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Slide 22 - Link