2 Mavo 10 mei

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

goedemiddag 2 mavo

Leuk dat jullie er weer zijn!! :) 

paragraaf 6.4 

Vandaag ga je leren;

- Wat de rijksbegroting is​

- Wat de miljoenennota is​

- Wat een begrotingstekort of begrotingsoverschot is​

- Rekenen met grote getallen

rijksbegroting, miljoenennota &
begrotings- tekort/overschot

Rijksbegroting

De derde dinsdag in september is Prinsjesdag. 

Dan leest de koning de troonrede voor. En de regering maakt dan de rijksbegroting bekend.​

De rijksbegroting - overzicht van de verwachte- inkomsten en uitgaven

Miljoenennota

Bij de rijksbegroting hoort de miljoenennota. 

de regering legt keuzes uit

(waarom bezuinigen of waarom btw verhogen)

​

De regering mag haar plannen uitvoeren na goedkeuring de Eerste- en Tweede Kamer.

begrotingstekort- of overschot?

De inkomsten en uitgaven op de rijksbegroting zijn nooit helemaal gelijk aan elkaar.​

Als de uitgaven meer zijn dan de inkomsten, is er een begrotingstekort.​

Als er meer inkomsten dan uitgaven zijn, is er een begrotingsoverschot.

De overheid geeft 100 miljoen uit, ze ontvangen 50 miljoen.

1. Overschot 50 miljoen
2. Overschot 100 miljoen
3. tekort 50 miljoen
4. tekort 100 miljoen

Met grote getallen rekenen

1 miljoen (1 mln) = 1.000.000​

1 miljard (1 mld) = 1.000.000.000​

Als je met miljarden en miljoenen moet rekenen, kun je de miljarden omzetten in miljoenen.​

1 miljard = 1.000 miljoen​

Voorbeeld: ​

€ 54 miljard = 54 × € 1.000 miljoen = € 54.000 miljoen​

Miljoenen naar miljarden

Het omgekeerde kan ook: van miljoenen kun je miljarden maken.​

1.000 miljoen = 1 miljard​

Voorbeeld: ​

€ 12.500 miljoen = (€ 12.500 ÷ 1.000) mld = € 12,5 mld​

De overheid ontving € 11,8 miljard aan btw. In de volgende periode was dat € 400 miljoen meer.​

Hoeveel btw kreeg de overheid toen?

1. 11,840 miljard
2. 12.200 miljoen
3. 12,2 miljard
4. 11.840 miljoen

uitwerking

€ 11,8 miljard = € 11.800 miljoen​

€ 11.800 mln + € 400 mln = € 12.200 miljoen​

Of:​

€ 400 miljoen = € 0,4 miljard​

€ 11,8 mld + € 0,4 mld = € 12,2 miljard

Nederland heeft 17 miljoen inwoners. De overheid geeft € 8 miljard uit aan het voortgezet onderwijs.

Hoeveel is dat gemiddeld per inwoner?

1. €470,59
2. €4.705,90
3. €47,06
4. €47.059,-

Uitwerking 

De som is: € 8 miljard ÷ 17 miljoen Nederlanders = 

€ 8 miljard = € 8.000 miljoen​

€ 8.000 miljoen ÷ 17 miljoen = ....

Bij delen mag je de miljoenen tegen elkaar wegstrepen.

 
Dus: € 8.000 miljoen ÷ 17 miljoen =​

€ 8.000 ÷ 17 = € 470,59

Aan de slag!

Paragraaf 6.4

Opdracht 48 tot en met 63

Aan het eind van de les minstens tot opdracht 55

Fluisteren mag

In de miljoenennota staan;

1. De rijksbegroting
2. De belangrijkste plannen van het kabinet voor het volgende jaar besproken
3. De nieuwe regering van het volgende jaar

De overheid ontving € 1,02 miljard aan aardgas.
De overheid moet voor de verzakkingen en schade bij de Groningers 850 miljoen betalen aan hen.

Dit zorgt voor een;

1. Begrotingsoverschot van 170 miljoen
2. Begrotingsoverschot van 150,02 miljoen
3. Begrotingsoverschot van 150,2 miljoen
4. Begrotingsoverschot van 152 miljoen

Aan de slag!

Paragraaf 6.4

Opdracht 48 tot en met 63

Aan het eind van de les minstens tot opdracht 55

Fluisteren mag