5.3 Internationale Handel

Wat gaan we doen vandaag?
  • Uitleg paragraaf 3 (15 min) 
  • bespreken opdrachten (10 min)
  • zelfstandig werken (20 min)
  • Wat hebben we geleerd (5 min)
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen vandaag?
  • Uitleg paragraaf 3 (15 min) 
  • bespreken opdrachten (10 min)
  • zelfstandig werken (20 min)
  • Wat hebben we geleerd (5 min)

Slide 1 - Slide

Internationale arbeidsverdeling
Dit betekent dat een product geproduceerd en geëxporteerd wordt door het land dat dit het beste en goedkoopste kan.
 

Slide 2 - Slide

Internationale arbeidsverdeling
  • Verdeling van productie van producten wereldwijd
  • Hangt af van kennis van productie en kosten
  • Land beste en goedkoopste kan
  • verschil in klimaat 

Slide 3 - Slide

Door internationale arbeidsverdeling ontstaat er wereldwijd meer welvaart. Leg dit uit.

Slide 4 - Open question

Gevolgen Internationale arbeidsverdeling
  • ontstaat internationale handel
  • kan de welvaart stijgen

Slide 5 - Slide

INTERNATIONALE HANDEL

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Nederland
Zowel de import als export bestaat voornamelijk uit goederen en minder mate uit diensten.
  

Nederland import/export het meest met
  • Buurlanden
  • Landen uit Europese Unie

Slide 8 - Slide

Betalingsbalans ( overzicht van alle betalingen van en naar buitenland)
  • Als je meer exporteert dan importeert dan heb je een overschot op de betalingsbalans
  • Als je meer importeert dan exporteert dan heb je een tekort op de betalingsbalans

Slide 9 - Slide

Dekkingsgraad
Export / Import x 100%

Wat bereken je?
Kan een land de import betalen met de  opbrengsten van de export?
Import 100 miljard, Export 105 miljard

Dekkingsgraad = export / import x 100%

105 miljard/ 100 miljard x 100% = 105%

Import kan dus betaald worden vanuit exportopbrengsten.

Slide 10 - Slide

Open en gesloten economie
  • Een land dat veel invoert en uitvoert heeft een open economie.

  • Een land dat bijna niet invoert en uitvoert heeft een gesloten economie

Slide 11 - Slide

Nederland heeft een open economie
Omdat de invoer en uitvoer groot zijn in verhouding tot de productie (BBP)


  • 50% van onze totale productie wordt geëxporteerd
  • Import is 40% van onze totale productie

Slide 12 - Slide

wederuitvoer
Nederland voert ook producten in die vervolgens doorverkocht worden aan het buitenland, dit heet doorvoerhandel of wederuitvoer.

Slide 13 - Slide

Zelfstandig werken
  • Maken opdrachten hoofdstuk 5 paragraaf 3

  • Lees de theorie op bladzijde 131
  • Maak de opdrachten 

Slide 14 - Slide

opdrachten maken

Slide 15 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 16 - Slide