5.6 spieren

biologie - 5.6 + herhaling
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

biologie - 5.6 + herhaling

Slide 1 - Slide

TO DO - deze week


di            * herhaling + 5.6 bespreken: filmpje kijken en aantekening maken
                * werken aan 5.6 en beginnen met 6.1
woe       * start H6: 6.1 bespreken
                * 6.1 afmaken en beginnen met 6.2
do          * PO Oog - werkblad aan einde van les inleveren voor PO dossier


DONDERDAG 23 MEI - repetitie H5
DONDERDAG 30 MEI - SO begrippen deel II

Slide 2 - Slide

TO DO
* korte herhaling 
* 5.6
- bouw en werking van spieren beschrijven
- effect van training en doping uitleggen
- uitvoering van een onderzoek en conclusies evalueren
* uitlegfilm kijken
* opdrachten 5.6: 44, 45, 49, 51 
   opdachten 6.1: 1, 3, 4

Slide 3 - Slide

HORMOONSTELSEL
ZENUWSTELSEL
snel
langzaam
impulsen
via bloed
kort
langdurig
neuro
transmitter
via zenuwen
hormonen

Slide 4 - Drag question

Welke typen zenuwcellen zijn er?

Slide 5 - Open question

Welke typen zenuwcellen zijn er?
Welke binastabel kun je dit vinden?

Slide 6 - Open question

Welke indelingen van het zenuwstelsel ken je?

Slide 7 - Open question

Welke indelingen van het zenuwstelsel ken je?
Welke binastabel kun je dit vinden?

Slide 8 - Open question

Welk woord hoort het meest bij impulsgeleiding?
A
actiepotentiaal
B
acetylcholine
C
neurotransmitter
D
postsynaptisch membraan

Slide 9 - Quiz

Welk woord hoort het meest bij impulsoverdracht?
A
actiepotentiaal
B
Na-K-pomp
C
axon
D
synaps

Slide 10 - Quiz

uitlegfilm
* 5.6
- bouw en werking van spieren beschrijven

Slide 11 - Slide

Welke type spierweefsel vinden we in de skeletspieren?
A
glad spierweefsel
B
dwarsgestreept spierweefsel

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video

Hoe noem je de eiwitdraden waaruit een spierfibril bestaat?
A
actines
B
filamenten
C
myosines
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 14 - Quiz

Welke stoffen heb je nodig voor een spiersamentrekking?

Slide 15 - Open question

In de film wordt acetylcholine genoemd. Het komt vrij uit een zenuwcel en zorgt dat de spiercel geactiveerd wordt. Hoe noemen we zo'n stofje als acetylcholine?

Slide 16 - Open question

In welke BINAS tabel staat iets over spieren en hoe ze werken?
A
79C
B
88B
C
90C
D
93F

Slide 17 - Quiz

over dit onderwerp van H5
mag wat mij betreft een vraag
in de toets komen

Slide 18 - Mind map

TO DO
* 5.6
- bouw en werking van spieren beschrijven
- effect van training en doping uitleggen
- uitvoering van een onderzoek en conclusies evalueren
* uitlegfilm kijken
* opdracht 5.6: 44, 45, 49, 51 
   opdacht 6.1: 1, 3, 4

Slide 19 - Slide