This lesson contains 17 slides, with text slides.
Een
brand ontstaat alleen
wanneer
alle
drie
de voorwaarden aanwezig
zijn.
Wanneer
1 van de voorwaarden
wordt
weggehaald,
dooft het vuur.
Een
verbrandingsreactie is altijd een reactie met zuurstof.
Bij
een
verbrandingsreactie komt altijd warmte vrij: Exotherm.
Een verbranding is een reactie met zuurstof.
Bij de verbranding van een element ontstaat het oxide van dat element.
Verbranding van:
Cu -> Koperoxide = CuO
Al -> Aluminiumoxide = Al2O3
S -> Zwaveldioxide = SO2
H2 -> Diwaterstofoxide = H2O = Water
Mg->Magnesiumoxide = MgO
Volledige verbranding: een verbranding met voldoende zuurstof, het is een schone verbranding
Kenmerken: geen rook, blauwe of kleurloze vlam, alle brandstof verbrandt, er ontstaat water en koolstofdioxide.
Een verbranding is een chemische reactie met zuurstof, er verdwijnen stoffen en er ontstaan andere stoffen.
Onvolledige verbranding: een verbranding met te weinig zuurstof. Het is geen schone verbranding.
Kenmerken: wel rook zichtbaar, gele vlam = brandende roetdeeltjes, niet alle brandstof verbrandt, er ontstaat water, roet en koolstofmonoxide.