Maria Sybilla Merian was een van de grootste vrouwelijke wetenschappers uit de 17e eeuw.
Merian bewees via empirisch onderzoek dat kleine diersoorten niet spontaan uit verrotting ontstonden, zoals lang werd gedacht.
De Duitse Merian was een zeer onafhankelijke en ondernemende vrouw. Ze was gescheiden van haar man en runde samen met haar twee dochters een eigen atelier in Amsterdam. Ze was toen al beroemd door haar prachtig gedetailleerde tekeningen van planten en insecten.
Merian verkeerde met de belangrijke wetenschappers van die tijd. In 1699 vertrok Merian samen met haar jongste dochter naar Suriname voor onderzoek. Ze trokken per boot diep het oerwoud in en verzamelde heel veel materiaal. Merian zag tijdens deze reis hoe slecht de Nederlandse kolonisten met de bevolking en de slaven omgingen en maakte hier notities van.
Door de enorme hitte en ziekte trokken Merian en haar dochter eerder naar huis dan gepland, met koffers vol tekeningen, insecten, vlinders en reptielen. In 1705 komt uiteindelijk Merians meesterwerk uit: Metamorphosis insectorum Surinamensium (Verandering der Surinaamse insecten). Haar werk is tot op vandaag bewaard gebleven in belangrijke archieven over de hele wereld, van Sint-Petersburg tot New York.