What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
herhalingsles TT/VT/VD + woordenschat
Werkwoorden: TT en VT + voltooid deelwoord
& taal woordenschat herhalingsles
1 / 12
next
Slide 1:
Slide
Taal
Basisschool
Groep 8
This lesson contains
12 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Werkwoorden: TT en VT + voltooid deelwoord
& taal woordenschat herhalingsles
Slide 1 - Slide
Schema
De ik-vorm krijgt nooit een t.
ik werk, ik fiets, ik gooi,
Een ander (mens, dier of ding) krijgt altijd een t, behalve als er je of jij achter het werkwoord staat.
werk jij, fiets jij, gooi jij, luister je…
Ik - vorm (stam) hele
werkwoord
- en
weghalen, ik
zing
iemand anders dan ik ( jij, hij, zij, dieren, etc ) ik-vorm +
t
hij/zij/jij/ de hond zing
t
meervoud ( wij) hele werkwoord wij zing
en
tegenwoordige tijd
Slide 2 - Slide
(TT) werkwoord lopen:
ik ......
hij .......
A
ik loopt hij loopt
B
ik loop hij loopt
C
ik loopte hij loopt
D
ik liep hij liept
Slide 3 - Quiz
verleden tijd
Slide 4 - Slide
verleden tijd
Persoonsvormen in de verleden tijd schrijf je soms met
dd of tt.
kleuren | raden
fietsen | praten
Slide 5 - Slide
(VT) werkwoord: hebben
ik ....
zij .....
A
ik hebd zij hebd
B
ik had zij had
C
ik hadd zij hadd
D
ik hadt zij hadt
Slide 6 - Quiz
(VT) werkwoord: bekladden
hij ....
jullie ......
A
hij bekladde jullie bekladden
B
hij bekladden jullie bekladden
C
hij bekladde jullie beklieden
D
hij bekliede jullie beklieden
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Kies het juiste woord, wat is dit:
"ik vind dat je het geweldig hebt gedaan!!"
A
prijzen
B
ontzag hebben
C
minachten
D
beargumenteren
Slide 9 - Quiz
Wij stemmen in met dat idee!
Wat betekend stemmen in?
A
op een politieke partij stemmen
B
zeggen dat je het ergens niet mee eens bent
C
loten wie het beste idee heeft
D
zeggen dat je het ergens mee eens bent
Slide 10 - Quiz
In welke zin hoort het woord meningsverschil op de puntjes?
A
we sluiten een ...., zodat we allebei tevreden zijn
B
in het .... laat ik haar zien hoe het moet
C
door het .... is er nog geen besluit genomen
D
door het .... begon hij te stralen van trots
Slide 11 - Quiz
Wat is een goed argument?
A
de Eifeltoren is groot, hij is wel 300 meter
B
stem allemaal op onze partij!
C
omdat ik vind dat iedereen gelijke kansen verdient
D
ik vind dat omdat het zo is
Slide 12 - Quiz
More lessons like this
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
October 2023
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Primary Education
Age 7
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
April 2018
- Lesson with
27 slides
by
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
groep 7 werkwoordcito oefenen
March 2023
- Lesson with
35 slides
nederlands
Primary Education
groep 8 werkwoord spelling cito
October 2024
- Lesson with
44 slides
nederlands
Primary Education
groep 8 werkwoord spelling cito
15 days ago
- Lesson with
44 slides
nederlands
Primary Education
groep 8 werkwoord spelling cito
7 days ago
- Lesson with
44 slides
nederlands
Primary Education
klas 1 Herhalingsles 26,27 spelling tegenwoordige- en verleden tijd
November 2023
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1
verzamel zwak sterk
March 2024
- Lesson with
39 slides