2.1 begrotingsbeleid van de overheid

Opbouw les
Terugblik
Huiswerk bespreken
Uitleg nieuwe lesstof
Aan de slag
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Opbouw les
Terugblik
Huiswerk bespreken
Uitleg nieuwe lesstof
Aan de slag

Slide 1 - Slide

                                 Terugblik:


Twee soorten reclame
Lay-out
Terugblik

Slide 2 - Slide

hoogconjunctuur
laagconjunctuur
hoge economische groei
lage economische groei
ruime arbeidsmarkt
krappe arbeidsmarkt
stijging inflatie
daling inflatie of deflatie
overheidstekort
overheidsoverschot
laag consumenten en producentenvertrouwen
hoog consumenten en producentenvertrouwen
veel kredietverlening
weinig kredietverlening

Slide 3 - Drag question

Econ. groei hoger dan trend
twee kwartalen krimp
gemiddelde groei
Recessie
Hoogconjunctuur
Trend

Slide 4 - Drag question

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

2.1 begrotingsbeleid van de overheid

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Anticyclisch of procyclisch conjunctuurbeleid

Hoe zou de overheid dat kunnen doen?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Wanneer de overheid de belastingen verhoogt tijdens een laagconjunctuur is er sprake van ...
A
Procyclische variabele
B
Anticyclische variabele
C
Procyclisch beleid
D
Anticyclisch beleid

Slide 18 - Quiz

De werkloosheid is een voorbeeld van
A
Procyclische variabele
B
Anticyclische variabele
C
Procyclisch beleid
D
Anticyclisch beleid

Slide 19 - Quiz

Wat doet de overheid in een laagconjunctuur bij een procyclisch beleid?
A
Overheidsbestedingen verhogen
B
Overheidsbestedingen verlagen

Slide 20 - Quiz

Als de overheid met haar begrotingsbeleid de conjunctuurbeweging probeert af te remmen noemen we dat
A
Procyclisch beleid
B
Anticyclisch beleid

Slide 21 - Quiz

Wat is geen anticyclisch beleid tijdens hoogconjunctuur?
A
Inkomstenbelasting verhogen
B
Export subsidiëren
C
Bezuinigen
D
BTW verhogen

Slide 22 - Quiz

Wat doet de overheid in een hoogconjunctuur met een anticyclisch beleid?
A
Belastingen verhogen
B
Belastingen verlagen
C
Overheidsbestedingen verhogen
D
Sociale uitkeringen dalen

Slide 23 - Quiz

Door het inverdieneffect is het mogelijk dat een begrotingstekort niet hoeft te worden gecompenseerd met hogere belastingtarieven.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz