spelling: alles (verkort)

Even opfrissen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Even opfrissen

Slide 1 - Slide

Typ je eigen naam (met juist hoofdlettergebruik)

Slide 2 - Open question

Hoofdletters of kleine letter?
Tweede kerstdag, het christendom, de middeleeuwen, prinsjesdag, het vak duits

Slide 3 - Open question

Meervoud van: bangerik
A
Bangerikken
B
Bangeriken

Slide 4 - Quiz

Meervoud van café is?
A
cafés
B
café's

Slide 5 - Quiz

Meervoud van idee
A
ideën
B
ideeën
C
ideëen

Slide 6 - Quiz

Meervoud van porie
A
poriën
B
porieën
C
pories

Slide 7 - Quiz

Meervoud van politicus
A
politici
B
politicussen

Slide 8 - Quiz

Meervoud van plumeau
A
plumeau's
B
plumeaus

Slide 9 - Quiz

Het meervoud van lam is:
A
lama's
B
lammeren
C
lameren
D
lampjes

Slide 10 - Quiz

Maak een samenstelling van:
zon + schijn

Slide 11 - Open question

Maak een samenstelling:
aap + trots

Slide 12 - Open question

Waarom schrijf je 'tarwemeel'?

Slide 13 - Open question

Maak de samenstelling:
hier + tegen + over
A
Hiertegen over
B
Hier tegenover
C
Hier tegen over
D
Hiertegenover

Slide 14 - Quiz

Maak de samenstelling:
koffie + zetten
A
koffiezetten
B
koffie zetten

Slide 15 - Quiz

Wanneer gebruik je een liggend streepje in een woord zoals bij auto-ongeluk?
A
als het woord verkeerd kan worden gelezen
B
als het woord twee klinkers achter elkaar krijgt
C
ik weet het eigenlijk niet meer

Slide 16 - Quiz

Hoe schrijf je 'adjunct + directeur'?
A
adjunctdirecteur
B
adjunct directeur
C
adjunct-directeur

Slide 17 - Quiz

Hoe schrijf je anti+kraak?
A
anti kraak
B
antikraak
C
anti-kraak

Slide 18 - Quiz

Wat is de goede spelling?
A
electriciën
B
elektriciën
C
elektricien

Slide 19 - Quiz

Gebruik de apostrof goed.
Adas boek, pcs, A4tje

Slide 20 - Open question

Wat is de goede spelling?
A
provencaals
B
provençaals

Slide 21 - Quiz

Welke getallen moeten in letters?
De opa van 98 ging in 1951 met zijn 3 zoons 10 keer achter elkaar in de 8-baan.
A
98, 1951, 3, 10, 8
B
1951, 3, 10, 8
C
98, 3, 10, 8
D
3, 10, 8

Slide 22 - Quiz

Ik heb slechte herinneringen aan mijn examenklas. In die klas kregen ... een voorkeursbehandeling.
A
enkelen
B
enkele

Slide 23 - Quiz

Welke zin(nen) is/zijn goed:
1: De eendjes zwommen beiden in de sloot.
2: De jongens zwommen beiden in zee.
A
1
B
2
C
1+2

Slide 24 - Quiz

Het is leuk zoals dat hondje na die puppycursus gehoorzaam... (gehoorzamen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd

Slide 25 - Quiz

Mijn broer is gevraagd als penningmeester, maar hij aanvaar... deze functie niet. (aanvaarden)
A
d
B
t
C
dt
D
dd

Slide 26 - Quiz

De dief was op de gestolen fiets gevlucht, maar hij werd door een agent achterhaal... (achterhalen)

A
d
B
t
C
dt
D
dd

Slide 27 - Quiz

Het bedroef... me zeer dat anderen goede sier willen maken met mijn verdiensten. (bedroeven)

A
d
B
t
C
dt
D
dd

Slide 28 - Quiz

Hij heeft te veel tijd aan zijn hobby’s besteed, waardoor hij zijn studie heeft verwaarloos... (verwaarlozen)

A
d
B
t
C
dt
D
dd

Slide 29 - Quiz