Herhaling H12 & H13

Herhaling H12 & H13
1 / 19
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Herhaling H12 & H13

Slide 1 - Slide

Planning van de les
- Leerdoelen benoemen
- Instructie herhalen over H12 en H13
- Opdrachten verwerken 
- Laatste vragen stellen voor de toets

Slide 2 - Slide

Doelen van de les
Hoofdstuk 12 Herhaling:
- Ik kan verticale en horizontale lijnen herkennen in een figuur.
- Ik kan de 4 basisfiguren (2D) herkennen en hiermee werken.
- Ik weet wat driedimensionale figuren zijn
- Ik herken de driedimensionale figuren: Kubus, balk, piramide, bol en cilinder.
Hoofdstuk 13 Herhaling:
- Ik kan de juiste eenheid aan een voorwerp geven
- Ik kan lengtes aflezen uit een figuur
- Ik kan eenheden van lengte omrekenen 
- Ik kan de lengte van een voorwerp of figuur meten.
- Ik kan de omtrek van een figuur berekenen.
- Ik ken het verschil tussen omtrek en oppervlakte
- Ik ken de eenheden van oppervlakte.
- Ik kan de oppervlakte van een rechthoek en een vierkant uit rekenen.

Slide 3 - Slide

Herhaling Hoofdstuk 12

Slide 4 - Slide

Horizontaal & verticaal
Tekeningen en figuren bestaan uit lijnen. 
Liggende lijnen zijn horizontaal en staande lijnen zijn verticaal.

Slide 5 - Slide

2D figuren
Tweedimensionale figuren zijn vlakke (platte) figuren.

Ze hebben alleen een lengte en breedte

Begrip: Zijden (Vierkant en rechthoek hebben 4 zijden)

Slide 6 - Slide

3D-figuren
Driedimensionale figuren zijn ruimtelijke figuren. 

Ze hebben een lengte, een breedte en een hoogte

Slide 7 - Slide

Uitslagen van 3D-figuren

Als je 3D-figuren denkbeeldig/echt openvouwt, dan krijg je een uitslag van het ruimtefiguur.

Welk 3D-figuur zien we hier?

Slide 8 - Slide

Herhaling Hoofdstuk 13

Slide 9 - Slide

Lengtematen
Afstanden worden aangegeven in lengte. Hierin geef je de lengte tussen bijvoorbeeld 2 plaatsen of voorwerpen aan. 

Ook diepte, hoogte en breedte worden aangegeven in een bepaalde lengte.

Slide 10 - Slide

Lengtematen
- Kilometer is de grootste lengtemaat.
- Millimeter is de kleinste lengtemaat.

De afstand van school naar huis is bijvoorbeeld geen 1 mm, maar kan bijvoorbeeld wel 1 km zijn.

Slide 11 - Slide

Lengtematen omrekenen
1 stapje naar rechts = x 10
1 stapje naar links = : 10

2 stapjes naar rechts is NIET    x 20 maar x 100

Slide 12 - Slide

Meetinstrumenten
Om de lengte van een figuur of voorwerp te meten heb je verschillende meetinstrumenten.

Bijvoorbeeld een liniaal, geodriehoek of rolmaat.

Slide 13 - Slide

Hoe meet je met een geodriehoek?
De lengte van dit pootlood gaat van 7 cm tot 4 cm. 

Dat betekent dat het potlood een lengte heeft van 7 + 4 cm. 

Dus het potlood is 11 cm (110 mm).

Slide 14 - Slide

Omtrek
Wat is de omtrek?
  • Als je ergens om heen loopt, die afstand is de omtrek.
  • Trek er een lijn om en je hebt de omtrek.
  • De omtrek van het vierkant hiernaast is: 5 + 5 + 5 + 5 = 20 cm

Slide 15 - Slide

Uit hoeveel hokjes bestaat het gras in de linker tuin?

16 hokjes





De oppervlakte van het gras is ....

16 hokjes





Slide 16 - Slide

Oppervlakte rechthoek/vierkant

Slide 17 - Slide

Wat is de oppervlakte
van dit figuur?

Slide 18 - Open question

Oppervlakte samengesteld figuur uitrekenen

Slide 19 - Slide