De hele tekst lezen,
dan de vragen beantwoorden
Opdracht (gebruik je lesboek als naslagwerk p. 10-30)
1 Tekstsoort: Column
Wat is het tekstdoel? (Leg uit!)
2 Welke tekststructuur zie je vooral terug?
3 Wat is de aanleiding voor het schrijven van de tekst?
4 Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
5 Wat is het verband tussen alinea 8 en 9?
Klaar? Welke tekstverbanden en signaalwoorden
herken je in het lichtblauwe blok? >>>