3.5 Woorden en 3.7 Grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2

Welkom!

Pak je werkboek en een pen. 

Deze week

Les 1: Uitleg 3.5 en 3.7

Les 2: Zelfstandig werken aan de weektaak

Les 3: Lezen, herhaling 3.7, weektaak afmaken

Zorg dat je de volgende les een leesboek mee hebt! Je mag tijdens het zelfstandig werken naar de mediatheek.

Deze week leer je ...

- wat afleidingen zijn

- 25 nieuwe woorden

- het meewerkend voorwerp benoemen

3.5: Afleidingen

In het vorige hoofdstuk leerde je over de achtervoegsels -loos, -achtig, -baar, -je en -es. Door een achtervoegsel verandert het woord. Je noemt dat nieuwe woord een afleiding.

 

Ook van namen van landen of steden kun je een afleiding maken. Ook deze afleidingen schrijf je met een hoofdletter.

Ierland: de Ierse bedrijven

Rotterdam: het Rotterdamse festival

Mexico: een Mexicaans restaurant

3.7: Het meewerkend voorwerp

Tijdens de weektaak ...

Maak je de opdrachten serieus! 

Je oefent namelijk goed met de toetsstof. Je leert het alleen als je goed en serieus oefent. 

Maak je de opdrachten online? Ook hier vul je een serieus antwoord in. Doe je dit niet, mag je het opnieuw maken.

Wat als je iets niet weet?

Lees de vraag/tekst nog een keer goed. Probeer goed te lezen wat er staat.

Vraag het aan degene naast je. 

Weet je het antwoord nog steeds niet? Vraag het aan mij!

Weektaak

3.5 Woorden opdracht 1 t/m 14

3.7 Grammatica opdracht 1 t/m 13

2 min. opstarttijd

15 min. stil werken

Gaat dat goed? Rest van de les rustig overleggen.

Welkom!

Pak je leesboek, werkboek, aantekeningenschrift en een pen. 

Deze week

Les 1: Uitleg 3.5 en 3.7

Les 2: Zelfstandig werken aan de weektaak

Les 3: Lezen, herhaling 3.7, weektaak afmaken

Zorg dat je de volgende les een leesboek mee hebt! Je mag tijdens het zelfstandig werken naar de mediatheek.

Lezen!

Pak je leesboek en ga stil lezen

Herhaling 3.7

Schrijf de volgende zinnen over in je aantekeningenschrift:

1. De bakker gaf mij een gratis croissantje. 

2. Mijn klasgenoot vraagt aan mij vaak een potlood.

3. Deze lessen Nederlands zijn heel interessant.

Zet bij elke zin zinsdeelstrepen en benoem de persoonsvorm (pv), werkwoordelijk gezegde (wg), onderwerp (o), lijdend voorwerp (lv) en meewerkend voorwerp (mv).

Weektaak afmaken

3.5 Woorden opdracht 1 t/m 14

3.7 Grammatica opdracht 1 t/m 13

Klaar?

• Nakijken
  
• Kijken of je nog iets van 2.5, 2.7 en 2.8 kan maken
  
• Weektaak ander vak