3.7 grammatica (les 4)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

3.7 grammatica (les 4)

Vandaag:

• Wat hebben we voor de vakantie gedaan?
• Programma komende weken 

• Uitleg fictieopdracht boek lezen
• Laatste onderdeel 3.7: telwoorden

Voor de vakantie 

Voor de vakantie zijn we gestart met 3.7 grammatica. We hebben de volgende onderdelen behandeld:

• persoonlijk- en bezittelijk voornaamwoord
• het verschil tussen het zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

Daarnaast heb je ook een leesboek uitgezocht in de mediatheek. Ik ga vandaag uitleggen welke opdracht daarbij hoort

Zij kamt haar haar voor de spiegel.

Het bezittelijk voornaamwoord is / de bezittelijke voornaamwoorden zijn...

1. zij
2. (1e) haar
3. zij, (1e) haar, (2e) haar
4. (2e) haar

hulpwerkwoord

zelfstandig werkwoord

Hij 

kocht 

het

mooie

cadeau.

hulpwerkwoord

zelfstandig werkwoord

Hij 

heeft

weer

niet

geluisterd.

hulpwerkwoord

zelfstandig werkwoord

Zij

laten

hun

auto

morgen

repareren. 

Programma komende weken

• H3 en 4 gramm, spelling en woorden  -> 3.5 - 3.7 -3.8 -4.5 -4.7 -4.8
• Lezen in je leesboek en daarbij een fictieopdracht maken 

Fictieopdracht 

De fictieopdracht bestaat uit twee onderdelen:

• Het zakelijke deel (zie opdrachtenblad)
• Het creatieve deel (zie opdrachtenblad) 

Telwoord

• Een telwoord geeft een hoeveelheid of  volgorde aan.
• Er zijn twee soorten telwoorden:

1. Hoofdtelwoord => Hoeveelheid: drie, twee, veel, weinig, honderdveertig, tweehonderdvijftig.
2. Rangtelwoord => Volgorde: Laatste, eerste, vierde, middelste, honderste

Geen telwoord

Telwoord dat iets over de hoeveelheid zegt

Telwoord dat iets over de volgorde zegt

eerste

honderd

rekenen

tellen

weinig

veel

vertellen

een paar

laatste

Hoofd-
telwoord

Rang-
telwoord

derde

negen

duizend

laatste

middelste

vierhonderd

Ga aan de slag met 3.7 grammatica opdracht 6

Heb je nog geen leesboek? Dan leen je deze nu in de mediatheek óf je verlengt je boek als dat nodig is. 

Laatste 15 min

Stil lezen in je leesboek