This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Les 4:
De bijwoordelijke bepaling
Slide 1 - Slide
Reminder
d-toets GR - 17 maart
e-toets GR - 18 maart
boek/Geest uit - 21 maart
Slide 2 - Slide
Je kunt nu...
het gezegde (wwg en nwg)
het onderwerp
het lijdend voorwerp
het meewerkend voorwerp
... in een zin benoemen.
... en je kunt een zin in zinsdelen verdelen.
Slide 3 - Slide
Aan de slag!
Log in bij LU en doe mee met de les.
Beantwoord de meerkeuzevragen.
De vragen gaan over de lesstof die we tot nu toe hebben behandeld.
Slide 4 - Slide
Herhaling:
1. Het onderwerp speelt de ... in een zin.
A
hoofdrol
B
bijrol
Slide 5 - Quiz
Herhaling:
2. Het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp spelen een ... in een zin.
A
hoofdrol
B
bijrol
Slide 6 - Quiz
Herhaling:
3. Het lijdend voorwerp ...
A
ondergaat iets (doet zelf niets)
B
is de ontvanger (aan wie/voor wie)
Slide 7 - Quiz
Herhaling:
4. Het meewerkend voorwerp ...
A
ondergaat iets
B
is de ontvanger (aan wie/voor wie)
Slide 8 - Quiz
Herhaling:
5. Deze zin heeft een... Hij blijkt een hele goede baas.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 9 - Quiz
Herhaling: 6. Welk zinsdeel is het lijdend voorwerp?
De hond van de buren heeft onze buurman heel hard gebeten.
A
de hond van de buren
B
heel hard
C
er is geen lijdend voorwerp
D
onze buurman
Slide 10 - Quiz
Herhaling: 7. Welk zinsdeel is het meewerkend voorwerp?
De boerin geeft de kippen iedere dag te eten.
A
de boerin
B
iedere dag
C
de kippen
D
er is geen meewerkend voorwerp
Slide 11 - Quiz
Herhaling:
8. Welk zinsdeel is het onderwerp?
De regering geeft het onderwijs extra geld.
A
het onderwijs
B
de regering
C
extra geld
D
geeft
Slide 12 - Quiz
nwg of wwg?
9. Die hond schijnt gevaarlijk te zijn.
A
nwg
B
wwg
Slide 13 - Quiz
nwg of wwg?
10. Hij schijnt met de zaklamp in het gezicht van de voorbijganger.
A
wwg
B
nwg
Slide 14 - Quiz
nwg of wwg?
11. Onze docent Nederlands is altijd goed gehumeurd.
A
wwg
B
nwg
Slide 15 - Quiz
nwg of wwg?
12. Hij wordt later vast en zeker een lastige werknemer.
A
wwg
B
nwg
Slide 16 - Quiz
nwg of wwg?
13. Die jongen lijkt wel een acrobaat.
A
wwg
B
nwg
Slide 17 - Quiz
nwg of wwg?
14. Hij blijft een lastige eter.
A
nwg
B
wwg
Slide 18 - Quiz
nwg of wwg?
15. Hij blijft iedere dinsdag bij ons eten.
A
nwg
B
wwg
Slide 19 - Quiz
Vooruitblik
Aan het einde van deze les kun je de
bijwoordelijke bepaling(en) in een zin benoemen.
Slide 20 - Slide
Bijwoordelijke bepaling (bwb)
De bijwoordelijke bepaling = de prullenbakvan de zin.
Alle zinsdelen die je overhoudt na het benoemen van het gezegde (wwg of nwg), het onderwerp, het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp zijn een bijwoordelijke bepaling.
Slide 21 - Slide
Bijwoordelijke bepaling (bwb)
Enthousiastdeeldeikgisterenop het toneelde rozenuit.
wwg: deelde uit
ond: ik
lv: de rozen
mwv: -
Wat blijft er over? enthousiast - gisteren - op het toneel = bwb
Slide 22 - Slide
Bijwoordelijke bepaling (bwb)
Bijwoordelijke bepalingenzijn vaak:
plaatsen (waar)- op het toneel
tijden (wanneer)- gisteren
omstandigheden (hoe)-enthousiast
Andere overgebleven zinsdelen zijn, zijn ookbijwoordelijke bepalingen.
Slide 23 - Slide
Bijwoordelijke bepaling (bwb)
Voor een foto / staat / een fotograaf / graag/ uren / aan de waterkant / te wachten.
wwg: staat te wachten
ond: een fotograaf
lv: -
mwv: -
bwb: voor een foto, graag, uren, aan de waterkant
Slide 24 - Slide
Aan de slag!
Log in bij LU: GR les 4
Maak de opdrachten vanaf slide 26.
Opdracht:
Verdeel de zin in zinsdelen.
Benoem: gez (wwg of nwg), ond, lv, mwv en bwb
Slide 25 - Slide
Zet strepen tussen de zinsdelen Benoem: gez (wwg/nwg), ond, lv, mwv, bwb
1. Ik wacht in de winkel.
Slide 26 - Open question
Zet strepen tussen de zinsdelen Benoem: gez (wwg/nwg), ond, lv, mwv, bwb
2. Het broedkastje hangt in de boom.
Slide 27 - Open question
Zet strepen tussen de zinsdelen Benoem: gez (wwg/nwg), ond, lv, mwv, bwb 3. De scheidsrechter gaf de verdediger gisteren een rode kaart.
Slide 28 - Open question
Zet strepen tussen de zinsdelen Benoem: gez (wwg/nwg), ond, lv, mwv, bwb
4. Hier mag men roken.
Slide 29 - Open question
Zet strepen tussen de zinsdelen Benoem: gez (wwg/nwg), ond, lv, mwv, bwb
5. We hebben gisteren uren in het stadion getraind.
Slide 30 - Open question
Zet strepen tussen de zinsdelen Benoem: gez (wwg/nwg), ond, lv, mwv, bwb 6. Vanochtend maakte ik in de keuken het ontbijt voor mijn moeder klaar.
Slide 31 - Open question
Zet strepen tussen de zinsdelen Benoem: gez (wwg/nwg), ond, lv, mwv, bwb
7. Enthousiast vertelde hij mij gisteren een verhaal.
Slide 32 - Open question
Zet strepen tussen de zinsdelen Benoem: gez (nwg/wwg), ond, lv, mwv, bwb
8. Een goede juwelier werkt altijd heel precies.
Slide 33 - Open question
Zet strepen tussen de zinsdelen Benoem: gez (wwg/nwg), ond, lv, mwv, bwb
9. Dat kasteel is ontzettend oud.
Slide 34 - Open question
Zet strepen tussen de zinsdelen Benoem: gez (wwg/nwg), ond, lv, mwv, bwb
10. Haar neefje kan heel goed liegen.
Slide 35 - Open question
Zet strepen tussen de zinsdelen Benoem: gez (wwg/nwg), ond, lv, mwv, bwb 11. De leerlingen leren grammatica tijdens de Nederlands les op het ATC.
Slide 36 - Open question
Zet strepen tussen de zinsdelen Benoem: gez (wwg/nwg), ond, lv, mwv, bwb 12. Tijdens de wedstrijd in Eindhoven pakt de voetballer de bal op.
Slide 37 - Open question
Zet strepen tussen de zinsdelen Benoem: gez (wwg/nwg), ond, lv, mwv, bwb
13. Peter is al heel lang ziek.
Slide 38 - Open question
Zet strepen tussen de zinsdelen Benoem: gez (wwg/nwg), ond, lv, mwv, bwb 14. Wie wordt dit keer de grote spits van het Nederlands elftal?
Slide 39 - Open question
Zet strepen tussen de zinsdelen Benoem: gez (wwg/nwg), ond, lv, mwv, bwb
15. Oranje is dit jaar de nummer drie van de poule.
Slide 40 - Open question
Zet strepen tussen de zinsdelen Benoem: gez (wwg/nwg), ond, lv, mwv, bwb
16. Daley Blind werd halverwege de wedstrijd gewisseld.
Slide 41 - Open question
Zet strepen tussen de zinsdelen Benoem: gez (wwg/nwg), ond, lv, mwv, bwb
17. Van Persie scoort dit jaar regelmatig met het hoofd.
Slide 42 - Open question
Zet strepen tussen de zinsdelen Benoem: gez (wwg/nwg), ond, lv, mwv, bwb
18. Hiddink blijft voorlopig bondscoach.
Slide 43 - Open question
Zet strepen tussen de zinsdelen Benoem: gez (wwg/nwg), ond, lv, mwv, bwb
19. Mijn zusje hangt haar jas altijd op aan een stoel.
Slide 44 - Open question
Zet strepen tussen de zinsdelen Benoem: gez (wwg/nwg), ond, lv, mwv, bwb
20. Jim komt iedere keer in de problemen.
Slide 45 - Open question
1. Wat vind je moeilijk? 2. Waarover heb je nog vragen? 3. Wat ga je doen om antwoord op je vragen te krijgen?