herhaling bindingen

Oefen ook C18 (uitlegfilm op IL). Stel er is een bepaalde molariteit van de natriumchloride-oplossing en een bepaalde molariteit van de zilvernitraat-oplossing. Hoe kan ik bereken hoeveel mol van het neerslag ontstaat? Noteer hieronder de stappen.
1 / 10
next
Slide 1: Open question
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefen ook C18 (uitlegfilm op IL). Stel er is een bepaalde molariteit van de natriumchloride-oplossing en een bepaalde molariteit van de zilvernitraat-oplossing. Hoe kan ik bereken hoeveel mol van het neerslag ontstaat? Noteer hieronder de stappen.

Slide 1 - Open question

Slide 2 - Slide

Dipool-dipool
  • Hele sterke dipoolbinding bij O-H of N-H
  • Waterstofbrug
  • Weergeven met stippellijn
  • Binding tussen de H (+) en
    de N/O (-)

Slide 3 - Slide

Maakt deze stof waterstofbruggen?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Maakt deze stof waterstofbruggen met zichzelf?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Is dit molecuul polair?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Welke atoombinding in ethanol is polair en welke apolair, sleep bindingen naar juiste plek.
Polair
Apolair
O-H
C-C
C-O
C-H

Slide 7 - Drag question

Dipool - Dipool
(alleen bij polaire stoffen)

Slide 8 - Slide

wel een dipoolmolecuul
geen dipoolmolecuul

Slide 9 - Drag question

Bezitten moleculen de mogelijkheid om waterstofbruggen of dipolen te vormen dan is de binding tussen moleculen sterk. Op macroniveau krijgt de stof dan een hoog koop- en smeltpunt in vergelijking met stoffen die niet polair zijn. 

Slide 10 - Slide