HAVO2; herhaling 3.1 + UL 3.2 De bloedsomloop

Korte herhaling 3.1 met lessonupvragen!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Korte herhaling 3.1 met lessonupvragen!

Slide 1 - Slide

Bloedplasma
Bloedcellen
water
Rode bloedcel
Witte bloedcel
Glucose
Warmte
Bloedplaatje
Afvalstoffen
voedingsstoffen

Slide 2 - Drag question

Hoe heet de bloedcel bij 1?

Slide 3 - Open question

Welke bloeddeeltjes hebben te maken met afweer?
A
Witte bloedcellen
B
rode bloedcellen
C
bloedplaatjes

Slide 4 - Quiz

Dit kan zuurstof vervoeren en zorgt er voor de rode kleur in rode bloedcellen?

A
Glucose
B
Koolstofdioxide
C
Glycogeen
D
Hemoglobine

Slide 5 - Quiz

Etter of pus bestaat uit..
A
Gedode ziekteverwekkers
B
Dode witte bloedcellen
C
Gedode ziekteverwekkers en dode witte bloedcellen
D
Rode bloedcellen

Slide 6 - Quiz

Welk bestanddeel van het bloed zorgt voor het stollen van het bloed?
A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplasma

Slide 7 - Quiz

Welk percentage van je bloed bestaat uit bloed plasma?
A
30
B
45
C
55
D
75

Slide 8 - Quiz

Rood afgebeeld bloed is zuurstofrijk bloed.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Alcohol wordt vervoerd door het bloed.
Door welk bestanddeel van bloed
wordt alcohol vervoerd?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplasma

Slide 10 - Quiz

Leg je boek open op blz. 179

Geef je boek aan de klasgenoot naast je.
Kijk het HW na in het boek voor je. 
Dat is opdracht 1 t/m 6
timer
5:00

Slide 11 - Slide

 3.2 De bloedsomloop: leerdoelen
1 = Ik kan 3 typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.

2 = Ik kan in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen. 

3 = Ik kan de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies. 

Slide 12 - Slide

Benoemen 
aders en slagaders

Slide 13 - Slide

Benoemen aders en slagaders
Slagaders:
  • gaan van het hart af 
  • gaan naar het orgaan toe waarna ze genoemd worden
Aders:
  • gaan van het orgaan weg waarna ze genoemd worden
  • gaan naar het hart toe
Uitzondering hierin  = poortader

Slide 14 - Slide

Soorten bloedvaten
Slagaders: Van het hart naar organen, dikke, gespierde wand.
Aders: Van organen terug naar het hart, dunne wand met kleppen.
Haarvaten: Bij de organen voor de stofwisseling, hele dunne wand (1 cellaag) waar stoffen doorheen
 kunnen.

Slide 15 - Slide

Soorten bloedvaten
Aders: Dunne wand met kleppen
Slagaders: Dikke wand zonder kleppen

Slide 16 - Slide

bloedvaten onder de microscoop

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Kleine en grote bloedsomloop

Slide 19 - Slide

Dubbele bloedsomloop
Kleine bloedsomloop: Hart > longen > hart
Grote bloedsomloop: Alle organen

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

huiswerk voor 27 november


1 = Maak alsnog online van 3.1 opdrachten 7 + 8 + 9
2 = Maak IN JE PAPIEREN WERKBOEK van 3.2 opdrachten 1 t/m 5, 
let op bij opdracht 5; namen + pijlen + kleuren!!!
3 = maak online van 3.2 opdracht 6 t/m 10

Succes! 

Slide 23 - Slide