KA 34 'Democratisering'

KA 34
'Democratisering
in Nederland'
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

KA 34
'Democratisering
in Nederland'

Slide 1 - Slide

Vandaag:
1. Terugblik 

2. Congres van Wenen

3. Grondwet in Nederland

Slide 2 - Slide

Wat is het verschil tussen liberalisme en conservatisme?

Slide 3 - Open question

Wie waren vooral liberalen? Waarom hadden zij aan het begin van de 19e eeuw nog maar weinig macht?

Slide 4 - Open question

Congers van Wenen
- Napoleon is dood wat gaan we nu doen? 

- Oude Adel spreekt af in Wenen en begint een politiek van:
'Restauratie' = alles moet weer terug zoals het vroeger was. (pre-Fr. revolutie)

Slide 5 - Slide

Congres van Wenen afspraken
- Oude adel weer aan de macht
- Nederland & België voegen we samen onder één koning
- Grondwet blijft soort van bestaan
- ancien regime weer in ere hersteld 

Slide 6 - Slide

Koninkrijk der Nederlanden
- Stadhouder Willem V wordt koning Willem I

- NL heeft wel een grondwet (stelt niet veel voor)

- Willem I regeert als absoluut verlicht vorst. 

-Populair in Nederland, niet in België 



Slide 7 - Slide

Hoe is het geregeld in NL?
Koning
Parlement
Koning kan parlement ontbinden als ze hem tegenspreken
Absolute macht in praktijk
Weinig (geen) macht in praktijk

Slide 8 - Slide

Willem I -> Willem II (1840)
- Nieuwe koning is moderner, maar niet dom.

- 1844 Thorbecke (liberaal) komt met 
voorstel nieuwe grondwet.




Johan Rudolph Thorbecke:
Hoogleraar Leiden en liberaal kamerlid. Bekend geworden als de schrijver van de Nederlandse grondwet

Slide 9 - Slide

Willem II (1848)
- Wijst grondwet van Thorbecke af (logischerwijs)

- Revolutie jaar 1848

- Willem II ziet de bui hangen en vraagt Thorbecke een nieuwe
grondwet te schrijven

Willem II voor het parlement:
'ik ben in één nacht van conservatief
tot liberaal geworden'

Slide 10 - Slide

Willem II voor het parlement:
'ik ben in één nacht van conservatief tot liberaal geworden'

Leg uit waarom Willem II deze zin uitspreekt

Slide 11 - Open question

Grondwet van Thorbecke
- Tot de dag van vandaag de Nederlandse grondwet. 

Wat schrijft Thorbecke op:
  • Tweede kamer wordt gekozen door het volk
  • Koning benoemt niet meer de eerste kamer 
  • Recht van amendement (wetswijziging) voor tweede kamer
  • Ministeriële verantwoordelijkheid (de ministers zijn verantwoordelijk voor het bestuur)

Het Nederlands koningschap is hiermee slechts nog een ceremoniële taak geworden

Slide 12 - Slide

Thorbecke komt uit de gegoede burgerij. 

Wie wil hij dat de macht heeft?

Slide 13 - Slide

Census kiesrecht
Je mag alleen stemmen als je een bepaalt bedrag aan belasting betaald.

Waarom is dit handig? 

Ook alleen mannen

Slide 14 - Slide

Hoe ziet de regering er nu uit?
Liberalen: (nieuw geld) fabrieksbazen en rijke uit de oude derde stand

conservatieven: (oud geld) oude adel en geestelijke

Slide 15 - Slide

Communisme & Socialisme


Negatief mensbeeld


Het grootste probleem van voor de FR was niet het gebrek aan vrijheid maar het gebrek aan gelijkheid

Slide 16 - Slide

Karl Marx
- Industriële revolutie -> opkomst fabrieken en lopendeband productie

- Karl Marx bekeek de samenleving en stelde dat deze 'oneerlijk' was. 

- Al het rijkdom en de macht was volgens Marx bij een kleine groep terwijl de grote groep al het werk deed. 

- Marx deelde de samenleving op in twee groepen ofwel 'klassen'. Tot welke klas je behoorde werd bepaald door je economische positie in de samenleving. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Socialisme & Communisme
Socialisme:

- Grote overheid (reguleert dat wat ongelijk is)

- Parlementair

- Genuanceerd
Communisme

- Grote overheid (Alles is van de overheid en die verdeelt het eerlijk)

- Revolutionair

- Extreme gelijkheid

Slide 19 - Slide

Socialisme
- Arbeiders moeten emanciperen (gelijkheid)

- Overheid moet zorgen dat dat gebeurd

- Socialisme pas in de tweede kamer na uitbereiding algemeen keisrecht (1917/1919)

Slide 20 - Slide

Socialisme in de politiek
- Meer belasting betalen (grote overheid). Verzekeringen, uitkeringen, WW, AOW.

- De regering betaald onderwijs en zorg (zorg en onderwijs voor iedereen bereikbaar)

- Progressief belasting stelsel (de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten)


Leg uit: Net als het liberalisme is ook het socialisme een kind van de verlichting.

Slide 21 - Slide

Huiswerk


Deze opdracht

Voor volgende week. 

Heb je meteen een mooie samenvatting!

Slide 22 - Slide