Leerdoel 3 - energieomzettingen

Leerdoel 3
energieomzettingen
Lesplanning:
  1. Uitleg energieomzettingen
  2. Starten met leerdoel 3
  3. Uitleg rekenen met het rendement
  4. Verder werken aan leerdoel 3
  5. Proef: Je eigen vermogen - metingen
  6. Uitleg zwaarte-energie
  7. Aan de slag met:
    - Proef: Je eigen vermogen - uitwerken
    - opgaven §5.1 afronden
1 / 54
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leerdoel 3
energieomzettingen
Lesplanning:
  1. Uitleg energieomzettingen
  2. Starten met leerdoel 3
  3. Uitleg rekenen met het rendement
  4. Verder werken aan leerdoel 3
  5. Proef: Je eigen vermogen - metingen
  6. Uitleg zwaarte-energie
  7. Aan de slag met:
    - Proef: Je eigen vermogen - uitwerken
    - opgaven §5.1 afronden

Slide 1 - Slide

§5.1 Energieomzettingen
Aan het einde van deze paragraaf  ...
  • Kan je energieomzettingen in een energiestroomdiagram weergeven;
  • weet je wat het rendement is;
  • kan je rekenen met het vermogen en het rendement van een apparaat.

Slide 2 - Slide

Welke vormen van energie
ken jij?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Wet van behoud van energie


  • Energie kan niet verdwijnen of gemaakt worden.
  • Energie kan wel worden omgezet.

Slide 5 - Slide

Energie-
omzettingen
Energiestroomdiagram

Slide 6 - Slide

Welke energieomzetting heb je in een zonnepaneel?
A
Elektrische energie in licht en warmte
B
Warmte in licht en elektrische energie
C
Licht in elektrische energie en warmte
D
Licht in chemische energie en elektrische energie

Slide 7 - Quiz

Rendement
Het rendement geeft aan hoeveel procent nuttig gebruikt wordt. 

Slide 8 - Slide

De lampen geven evenveel licht. 

Slide 9 - Slide

Wat is de nuttige energie van deze centrale?
A
chemische energie
B
elektrische energie
C
warmte
D
straling

Slide 10 - Quiz

Wat is de nuttige energie van dit apparaat?
A
chemische energie
B
stralingsenergie
C
bewegingsenergie
D
elektrische energie

Slide 11 - Quiz

In je kamer staat een lamp. Deze lamp zet van elke 150 J die aangevoerd wordt 15 J om naar licht, de rest wordt omgezet naar warmte. Wat is het rendement van de gloeilamp?
A
20%
B
10%
C
50%
D
90%

Slide 12 - Quiz

Aan de slag
In je schrift maken en nakijken
§5.1 opgave 1 t/m 4
timer
10:00

Slide 13 - Slide

Het vermogen is ...

Slide 14 - Open question

Vermogen
De energie die per seconde
wordt geleverd of gebruikt,
uitgedrukt in Watt.



Herhaling

Slide 15 - Slide

Vermogen
E(J)=P(W)t(s)
E(kWh)=P(kW)t(h)
1 kWh = 3 600 000 J
Herhaling

Slide 16 - Slide

Een wasmachine met een gemideld vermogen van 700 W staat 1 uur en 8 min aan. Bereken het energieverbruik in kWh.
A
Energie = 0,7 x 1,13 = 0,79 kWh
B
Energie = 0,7 x 1,8 = 1,26 kWh
C
Energie = 700 x 1,13 = 791 kWh
D
Energie = 700 x 1,8= 1260 kWh

Slide 17 - Quiz

Rendement
Het rendement geeft aan hoeveel procent nuttig gebruikt wordt. 

Slide 18 - Slide

Rendement berekenen
η=EtotaalEnuttig100
η=PtotaalPnuttig100
%
%

Slide 19 - Slide

η = 
η = 
8%
18%
20%
26%
74%
80%

Slide 20 - Drag question

η=EtotaalEnuttig100
η=80005900100=74
η=408100=20

Slide 21 - Slide

Een mixer heeft een vermogen van 400 W en staat 10 seconden aan. Er wordt 1000 J omgezet in bewegingsenergie. Hoe groot is het rendement van de mixer?
A
25%
B
30%
C
35%
D
40%

Slide 22 - Quiz

Uitwerking
η=EtotaalEnuttig100
%
η=40001000100=25
P = 400 w 
t = 10 s
E = P * t = 4000 W

Slide 23 - Slide

Een gloeilamp heeft een vermogen van 50 W en staat 2 uur aan. Het rendement van de lamp is 7,0 %
Bereken hoeveel nuttige stralingsenergie ontstaat.

Slide 24 - Open question

Gegevens

P = 50 W = 0,05 kW
t = 2 h = 7200 s
rendement = 7,0%
Enut = ?

Slide 25 - Slide

Een zonnepaneel vangt zonlicht op en produceert 300 Watt aan elektrisch vermogen. 900 Watt van het zonlicht wordt niet omgezet in elektrische energie. Wat is het rendement?
A
25%
B
33%
C
300%
D
10%

Slide 26 - Quiz

Een zonnepaneel vangt zonlicht op en produceert 300 Watt aan elektrisch vermogen. 900 Watt van het zonlicht wordt niet omgezet in elektrische energie. Wat is het rendement?
η=PtotaalPnuttig100
%
η=1200300100=25
%

Slide 27 - Slide

Maken en nakijken in je schrift
§5.1  opgave 6, 7 en 9
timer
15:00
Klaar: ga verder met 8, 10, 11 en 12

Slide 28 - Slide

Proef - Je eigen vermogen
metingen uitvoeren (trap op rennen)

Slide 29 - Slide

Zwaarte-energie
%
Ez=mgh
Ez(J)=m(kg)9,81h(m)

Slide 30 - Slide

Voorbeeldopgave
James Watt bepaalde dat een paard, dat een minuut lang trok, een voorwerp met een massa van 115 kg ongeveer 39 m omhoog kon trekken. Het geleverde vermogen hierbij noemde hij 1 pk. Bereken met hoeveel watt 1 pk overeenkomt.
  • P = ... W
  • E = P * t --> P = E / t
  • P (W) = E (J) / t (s)

  • E = Ez 
  • Ez = m * g * h = 115 * 9,81 * 39
            = 43997,9 J

  • P = E / t = 43997,9 / 60 = 733 W

  • 1 pk komt overeen met 733 W

Slide 31 - Slide

Een lift heeft een rendement van 28%. De lift heeft een massa van 400 kg en gaat in 8 seconden
9 meter omhoog. Bereken de nuttige energie die de motor van de lift levert.
A
Enut = 8 * 9 = 72 J
B
Enut = 400 * 9,81 * 9 * 0,28 = 9,9 kJ
C
Enut = 400 * 9 * 0,28 = 1,0 kJ
D
Enut = 400*9,81*9 = 35 kJ

Slide 32 - Quiz

Vraag
Een lift heeft een rendement van 28%. De lift heeft een massa van 400 kg en gaat in 8 seconden 
9 meter omhoog. Bereken de nuttige energie die de motor van de lift levert. 
Oplossing

  • Enut = Ez
  • Ez = m * g * h
  • Ez = 400 * 9,81 * 9 
  • Ez = 35316 J
  • Ez = 35 kJ 

Slide 33 - Slide

Een lift heeft een rendement van 28%. De lift heeft een massa van 400 kg en gaat in 8 seconden 9 meter omhoog.
Bereken het totale vermogen van de lift.
Tip: Ez = 35316 J
Tip
Bereken eerst de totale energie met het rendement en de nuttige energie.

Slide 34 - Open question

Gegevens
η = 28%
m= 400 kg 
t = 8 s
h = 9 meter 
Ptotaal = ?

Tip: Ez = 35316 J

Slide 35 - Slide

Gegevens
Een lift heeft een rendement van 28%. De lift heeft een massa van 400 kg en gaat in 8 seconden 9 meter omhoog. 
Bereken het vermogen van de motor van de lift.
Tip: Ez = 35316 J
Oplossing 1




  • 28 = 35316 / Etot * 100%
  • 0,28 = 35316 / Etot
  • Etot = 35316 / 0,28 = 126128 J
  • E (J) = P (W) * t (s)
      P = E / t = 126128 / 8 = 15766 W 
  • P = 16 kW


η=EtotaalEnuttig100

Slide 36 - Slide

Gegevens
Een lift heeft een rendement van 28%. De lift heeft een massa van 400 kg en gaat in 8 seconden 9 meter omhoog. 
Bereken het vermogen van de lift.
Tip: Ez = 35316 J
Oplossing 2

  • E (J) = P (W) * t (s) 
    Pnut = Enut / t = 35316/ 8 = 4414 W 



  • 28 = 4414 / Ptot * 100%
  • 0,28 = 4414 / Ptot
  • Ptot = 4414 / 0,28 = 15766 W
  • P = 16 kW


η=PtotaalPnuttig100

Slide 37 - Slide

Huiswerk:

§5.1 
opgave 
6 t/m 12
Proef - Je eigen vermogen
  1. Ren zo snel mogelijk één verdieping omhoog (h = 4,4 m) op de trap. Meet hoelang je hierover doet. t = ... s
  2. Weeg je massa m.b.v. de weegschaal.
    m = ... kg
  3. Bereken het mechanisch vermogen dat je hebt geleverd. Ga uit van een ideale situatie, rendement van 100%.
    P = ... kW
Tip
Bij een rendement van 100% geldt dat de zwaarte-energie gelijk is aan de totale energie die je levert. 

Slide 38 - Slide

Reizen Waes  seizoen 3 
aflevering 2  minuut 23

Slide 39 - Slide

Overzicht
  • Vermogen - Energie per seconde
      E = P * t
  • Rendement
    n = Enut/Etot * 100%           n = Pnut/Ptot * 100%     
  • Zwaarte-energie
     Ez = m * g * h 
      Ez = m(kg) * 9,81 * h

Slide 40 - Slide

§4.3 veiligheidsmaatregelen in het verkeer
Aan het einde van deze uitleg kan je vijf veiligheidsmaatregelen in een auto noemen en uitleggen hoe ze werken.

Vervolgens ga je dit zelf toepassen op een vallend ei.

Slide 41 - Slide

Veiligheidsmaatregelen
in het verkeer

Slide 42 - Mind map

Botskracht
  • Botskracht is de kracht die de auto afremt bij een botsing.
  • Negatieve arbeid 

Slide 43 - Slide

of geen kreukelzone

Slide 44 - Slide

Kreukelzone

Slide 45 - Slide

Kooiconstructie

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Waarvoor dienen de plastic dopjes onder de hakken?

Slide 48 - Open question

Veiligheidsmaatregelen in de auto hebben als doel:

  • vergroten stopafstand en op die manier de stopkracht te verkleinen;

  • oppervlakte vergroten zodat de druk kleiner wordt.

Slide 49 - Slide

Veiligheidsgordels

Slide 50 - Slide

Airbags

Slide 51 - Slide

Hoe beschermt een helm bij een botsing?

Slide 52 - Open question

Helm
  • Vervorming; vergroten stopafstand
  • groter oppervlakte; kleinere druk 

Slide 53 - Slide

De eierproef
classroom

Slide 54 - Slide