What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Grammatica zinsdelen herhaling pv, ow, wg
Grammatica zinsdelen
pv, ow, wg
pv = persoonsvorm
ow = onderwerp
wg = werkwoordelijk gezegde
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Grammatica zinsdelen
pv, ow, wg
pv = persoonsvorm
ow = onderwerp
wg = werkwoordelijk gezegde
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
1. Je weet wat een pv, ow en wg is.
2. Je kunt pv, ow en wg vinden in een zin.
Slide 2 - Slide
De persoonsvorm. Wat weet je hier nog van? Hoe kun je hem vinden?
Slide 3 - Open question
Alle leerlingen van klas 1 weten de persoonsvorm te vinden.
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
A
leerlingen
B
weten
C
persoonsvorm
D
vinden
Slide 4 - Quiz
De vriendelijke jongen nam de telefoon van zijn moeder op.
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
A
nam
B
nam op
C
de vriendelijke jongen
D
zijn moeder
Slide 5 - Quiz
Wat weet je nog over het onderwerp van een zin?
Slide 6 - Open question
Wil jij onze moeder helpen met het maken van de stoofschotel?
Wat is het onderwerp in deze zin?
A
jij
B
onze moeder
C
De stoofschotel
D
wil
Slide 7 - Quiz
Zal het Rijksmuseum dit jaar minder bezoekers trekken?
Wat is het onderwerp in deze zin?
A
Zal
B
het Rijksmuseum
C
minder bezoekers
D
dit jaar
Slide 8 - Quiz
Tijdens deze show zullen verschillende circusdieren optreden voor het publiek.
Wat is het onderwerp in deze zin?
A
Zullen
B
Voor het publiek
C
Verschillende circusdieren
D
Deze show
Slide 9 - Quiz
In de vakantie zou ik met mijn ouders naar De Efteling willen gaan.
Wat is het onderwerp in deze zin?
A
in de vakantie
B
ik
C
mijn ouders
D
De Efteling
Slide 10 - Quiz
Wat weet je nog over het werkwoordelijk gezegde?
Slide 11 - Open question
Werkwoordelijk gezegde
Bestaat uit:
pv
alle andere werkwoorden in de zin
'te' of 'aan het' als deze voor het werkwoord staan
Het wg zegt wat het onderwerp doet.
Slide 12 - Slide
Drink je de thee uit een glas of uit een kopje?
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Drink
B
Drink uit
Slide 13 - Quiz
De marathonloper uit Rotterdam geeft nooit meer op.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
geeft
B
geeft meer op
C
geeft op
D
geeft nooit op
Slide 14 - Quiz
Mijn moeder is de was aan het ophangen in de tuin.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
is
B
is ophangen
C
is aan het ophangen
D
is was aan het ophangen
Slide 15 - Quiz
Benoem van deze zin: pv, ow en wg.
"Kan dit moderne verkeersvliegtuig 13 kilometer hoog vliegen?"
Slide 16 - Open question
More lessons like this
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Les 4 (13 september 2024)
September 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Grammatica - herhalen zinsdelen (voor start les mv)
February 2021
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Les 4 (13 september 2024) Uitgebreid
September 2024
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Grammatica - herhalen zinsdelen
December 2021
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Grammatica zinsdelen herhaling pv, ow, wg
March 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
pv-ow-gez-lv
June 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
May 2022
- Lesson with
44 slides
Taal
Primary Education