zinnen maken 1

Doel van deze les.
-Ik weet de goede volgorde van de zin.
-Ik kan zelf een zin schrijven.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NT2PraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Doel van deze les.
-Ik weet de goede volgorde van de zin.
-Ik kan zelf een zin schrijven.

Slide 1 - Slide

Hoe maak je een zin?
1 Op de eerste plaats komt wie/wat

bijvoorbeeld: Jij of ik of de juf of de hond of de auto

Slide 2 - Slide

Hoe maak je een zin?
2 Op de tweede plaats komt het doe-woord of het werkwoord.

lopen of zitten of staan of eten of rijden

Slide 3 - Slide

welke doe-woorden of werkwoorden ken je al?

Slide 4 - Open question

Hoe maak je een zin?
3 Op de derde plaats komt de rest van de zin.

 in de regen of op de stoel of voor het bord 
of uit zijn bak of op de weg

Slide 5 - Slide

Jij loopt in de regen.
Jij
loopt
in de regen
1
2
3
wie/wat
doe-, of werkwoord
de rest

Slide 6 - Slide

op de stoel.
Ik
zit
1
2
3

Slide 7 - Drag question

in zijn hok.
De hond
zit
1
2
3

Slide 8 - Drag question

op de weg.
De auto
rijdt
1
2
3

Slide 9 - Drag question

Welke zin is goed?
A
Ik buiten loop.
B
Loop buiten ik.
C
Ik loop buiten.

Slide 10 - Quiz

Schrijf een zin
bij de foto.

Slide 11 - Open question

Schrijf een zin
bij de foto.

Slide 12 - Open question

Schrijf een zin
bij de foto.

Slide 13 - Open question

Schrijf een zin
bij de foto.

Slide 14 - Open question

Ik vind deze les:
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll