Herhalen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Organen en cellen

Wat gaan we vandaag doen?

Herhalen

Oefentoets maken --> boven 80%

Afsluiting maken opdr. 1 t/m 10

Organismen herken je aan levenskenmerken. Er zijn er 9.

Sleep het levenskenmerk naar het juiste plaatje.

Voortplanten

Reageren

Uitscheiden

Voeden

Ademen

Groeien

 9 levenskenmerken

Levend

Dood

Levenloos

Heeft nooit levenskenmerken gehad

Heeft levenskenmerken

Heeft geen levenskenmerken meer

Wat zijn organismen?

1. Giraf, houten schutting, bomen, rugzak
2. Giraf, houten schutting, kindjes, bomen
3. Giraf, bomen, meneer, kindjes
4. Giraf, houten schutting, kindjes en meneer

Zet op volgorde van groot naar klein

Orgaanstelsel

Orgaan

Weefsel

Cel

Organisme

hersenen

hart

maag

nieren

darmen

urineblaas

longen

lever

Welke orgaanstelsels zie je hier?

ademhalingsstelsel

bloedvatenstelsel

verteringsstelsel

spierstelsel

Orgaanstelsels

Organen die samenwerken aan een bepaalde functie, vormen een orgaanstelsel.

Voorbeelden van orgaanstelsels:

• Beenderstelsel 
• Spijsverteringsstelsel
• Ademhalingsstelsel
• Bloedvatenstelsel 
• Uitscheidingstelsel
• Voortplantingsstelsel
• Zenuwstelsel

Celkern

Vacuole

Bladgroenkorrel

Cytoplasma

Celmembraan

Celwand

De dierlijke cel

Celmembraan

Celkern

Cytoplasma

Welke naam hoort bij de beschrijving?

celkern

celmembraan

Celwand

Vacuole

Bestaat uit tussencelstof.

Bevat erfelijke informatie.

Blaasje gevuld met vocht, geeft stevigheid.

Scheidt de inhoud van de cel van zijn omgeving.

voet

stelschroef

diafragma

tafel

objectief

tubus

Objectglas

Dekglas

Object

Preparaat

Er zitten luchtbellen in het preparaat

Vliesje is dubbelgeslagen

Het preparaat is helemaal goed

Lichamelijke verandering

Geestelijke verandering

Puistjes

Verliefd worden

Eigenwijzer worden

Groeispurt

Je onzeker voelen

In welke volgorde doe je biologisch onderzoek?

Probleemstelling

Onderzoeksvraag

Verwachting

Werkplan

Resultaten

Conclusie

Aan het (huis)werk

-Maak de test jezelfs 1.1 t/m 1.5 --> zorg dat alles groen is

-Maak de oefentoets --> scoor boven de 80%

-Maak de afsluiting opdr. 1 t/m 10 --> zorg dat alles groen is