bespreking 2017-I tekst 2

bespreking
tekst 2 havo-examen 2017-I
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

bespreking
tekst 2 havo-examen 2017-I

Slide 1 - Slide

vraag 21
- het meest van toepassing;
- A: kern 'anekdote'
- B: kern 'probleemstelling'
- C: kern 'aanleiding'
- D: kern 'situatieschets'
- onderwerp is 'openheid (in dierproevenlab/op de boerderij)'
- alinea 1 schetst een situatie waarbij geen openheid is
Antwoord is dus D

Slide 2 - Slide

vraag 22
- zie r 21/22: De meeste mensen willen dat helemaal niet weten.
- zie ook r 28/29: ...dat gebrek aan belangstelling
Antwoord is dus D

Slide 3 - Slide

vraag 23
- alinea 5 en 6 horen duidelijk bij elkaar (zie 'nog belangrijker')
- alinea 5 en 6 geven aan dat er openheid moet komen
- dat is geen gevolg van het voorgaande, ook geen samenvatting en geen verklaring
- het is een oplossing, dus antwoord B

Slide 4 - Slide

vraag 24
- citeren = letterlijk overnemen + hele zin = van hoofdletter tot punt
- lijkt, tegenspraak en proefdiermensen zijn hier belangrijke woorden
- De schrijfster wil het gebrek aan belangstelling aanpakken met meer openheid (alinea 5 en 6).
- begin alinea 7: in jaarverslagen werd al jaren over dierproeven geschreven. De proefdiermensen willen dus juist belangstelling van andere mensen.

Antwoord: "Ze hoopten dat iemand het zou lezen." r 69/70

Slide 5 - Slide

vraag 25
- uitleggen; max 20 woorden; volledige zinnen
- 'proefdierwerk binnenskamers (= binnen de muren) te houden bemoeilijkt de onderlinge (= tussen collega's) controle en discussie' r54-56
Antwoord: [Met openheid binnen de muren wordt bedoeld] dat mensen die in een proefdiercentrum werken, meer informatie uitwisselen met collega's.  (12 woorden)

Slide 6 - Slide

vraag 26
- geen beperkingen in woordaantal en taalgebruik
- zie r 56-58: Juist daardoor kunnen verbeteringen tot stand komen.
- 'daardoor' duidt een gevolg aan = leiden tot
- wat moet verbeterd worden? Het gaat steeds over het lot van proefdieren.
Antwoord: verbeteringen van het lot van proefdieren

Slide 7 - Slide

vraag 27
- vervolg op r 55/56: onderlinge controle en discussie
Dus antwoord B

Slide 8 - Slide

vraag 28
1. niet, want slechts een voorstel, dus een detail
2. wel, want het gaat om de wens tot openheid
3. niet, want slechts een voorbeeld
4. niet, want slechts een voorbeeld
5. wel, want dit is de kern van het pleidooi
6. niet, want slechts 1 van de drie kwesties in alinea 6

Slide 9 - Slide

vraag 29
A is goed, want de schrijfster van tekst 2 wil ook dat proefdieren netjes worden behandeld.
Niet B, want de schrijfster van tekst 2 beweert niet dat het steeds slechter gaat.
Niet C, want in tekst 2 staat dat de meeste mensen niet willen weten hoe erg proefdieren lijden en denken dus niet na over het verankeren in de Grondwet.

Slide 10 - Slide

vraag 30
- kernwoorden 'maatschappelijke aandacht ' en 'verschil'
- max 30 woorden en volledige zinnen
- tekst 1: zie einde alinea 1
- tekst 2: zie alinea 5 en 6
Tekst 1 stelt dat er te veel maatschappelijke aandacht is voor dierenleed, maar tekst 2 gaat juist over een tekort aan aandacht voor dierenwelzijn. (24 woorden)

Slide 11 - Slide