les vervolg wassen

Module mens en omgeving
Leerjaar 2
Periode 2

Thema: wassen en strijken

Competentie: onderzoeken en presenteren
1 / 54
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Module mens en omgeving
Leerjaar 2
Periode 2

Thema: wassen en strijken

Competentie: onderzoeken en presenteren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Afspraken
huiswerk
pen
mapje
kauwgom
telefoon

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
- kun je een theedoek strijken
- heb je een stappenplan strijken gemaakt
- ken je de wassymbolen goed

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
filmpje Jochem Meijer
Nakijken boekjes
Herhalen > quiz
Aan de slag: praktijk en theorie

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Nakijken boekjes

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Spel: levend memory

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Op de afbeelding zie je heel veel cellen.
A
waar
B
niet waar?

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met een tekst cursief maken?
A
Tekst vet gedrukt maken
B
Tekst schuin maken
C
Tekst een andere kleur maken
D
Tekst onderstrepen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Er zijn meerdere reinigingsniveaus. Zo is de operatiekamer van een ziekenhuis......
A
ruwschoon
B
huishoudelijk schoon
C
zakelijk schoon
D
smetschoon

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebruik je bij nat schoonmaken?
A
bezem, plumeau
B
bezem, kruimeldief
C
dweil, mop, schrobber, spons
D
handschoenen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebruik je bij droog schoonmaken?
A
stoffen, stofzuigen, vegen
B
schrobben
C
Dweilen, moppen
D
ramen zemen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions


A
zeem
B
trekker
C
mop
D
schrobber

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hiernaast zien we het gevarensymbool van...
A
Giftig
B
Bijtend (corrosief)
C
Explosief
D
Licht ontvlambaar

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de betekenis van dit gevarensymbool?
A
explosief
B
schadelijk
C
toxisch (giftig)
D
milieugevaarlijk

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Hiernaast zien we het gevarensymbool van...
A
Bijtend (corrosief)
B
Giftig
C
Mileu gevaarlijk
D
Irriterend

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Veiligheid is een reden om schoon te maken
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Reinigingsniveau zegt wat over hoe vaak iets moet worden schoongemaakt
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

De garage moet huishoudelijk schoon zijn
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Schoonmaakfrequentie zegt wat over hoe vaak iets moet worden schoongemaakt
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

De schoonmaakfrequentie van de ramen is wekelijks
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Desinfecteermiddelen zorgen ervoor dat micro-organismen gedood worden
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Boenwas is een voorbeeld van een onderhoudsmiddel
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

voor het verwijderen van spinnenwebben aan het plafond gebruik je een ragebol
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Synthetische schoonmaakmiddelen zijn beter voor het milieu
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

chloor is een
A
onderhoudsmiddel
B
reinigingsmiddel
C
desinfecteermiddel
D
oplosmiddel

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Een voorbeeld van een oplosmiddel is
A
chloor
B
allesreiniger
C
schoonmaakazijn
D
spiritus

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

een voorbeeld van een reinigingsmiddel is
A
terpentine
B
schoonmaakazijn
C
ammonia
D
boenwas

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent dit symbool?
A
Drogen op lage temperatuur
B
Drogen in de droogtrommel is toegestaan
C
Niet drogen in de droogtrommel
D
Liggend drogen

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort bij persoonlijke hygiëne
A
Afval opruimen
B
tandenpoetsen
C
toilet schoonmaken
D
schoonmaken

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Met welke doek droog je de vaat af?
A
Handdoek
B
Werkdoek
C
Vaatdoek
D
Theedoek

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent dit wassymbool:
A
wassen op 30 graden
B
wassen op 40 graden
C
handwassen
D
niet wassen

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wat staat er vaak op het kledingetiket?
A
Maat, merk, wasvoorschrift, grondstoffen
B
wasvoorschrift, de naam en plaats van de winkel.
C
katoen, hoe je het moet wassen, het merk
D
symbolen

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent dit wassymbool:
A
Niet drogen in de wasdroger
B
Drogen in de wasdroger
C
Niet wassen in de wasmachine
D
Wassen in de wasmachine

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent dit symbool?
A
Anti kreukprogramma wassen op 40 graden
B
Droogprogramma op 40 graden
C
Wassen op 40 graden
D
Antikreukprogramma wassen op 60 graden

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent dit symbool?
A
Wassen op 30 graden
B
Wassen op 60 graden
C
Wassen op 40 graden
D
Wassen op 90 graden

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Dit is een voorbeeld van ergonomisch werken
A
juist
B
onjuist

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Slide 38 - Drag question

This item has no instructions

Strijken
Bleken
Wassen
Drogen

Slide 39 - Drag question

This item has no instructions

Bleken
Chemisch reinigen
Strijken
Droger
Wassen

Slide 40 - Drag question

This item has no instructions

Strijken
Oefenen met strijken

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Het etiket in de kledingstuk 
  • Het etiket in een kledingstuk geeft aanwijzingen hoe je het kledingstuk moet strijken
  • De punten in het strijkijzer symbool geven de maximale temperatuur aan


Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Symbolen 

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Waarom strijken?
Strijken beschermt jouw kleding.

Slide 44 - Slide

Veel mensen denken dat strijken niet nodig is. Toch is dit heel erg belangrijk voor het kledingstuk. Je beschermt het textiel ook van onder andere bacteriën door het te strijken. Daarnaast blijft het kledingstuk mooi in model. 
Materialen
Strijkijzer

Strijkplank

Eventueel een spuitfles

Slide 45 - Slide

De strijkijzer is het voorwerp waarmee je gaat strijken. Let er wel goed op dat je de juiste stand gebruikt voor het textiel. De strijkijzer kun je aanpassen aan de behandelingsbehoefte van het kledingstuk. 

De strijkplank kun je op hoogte aanpassen. Zo kun je ergonomisch te werk gaan en loop je geen rugklachten op.

Spuitfles: vaak werken we nog met ouderwetse strijkijzers. Deze hebben nog geen sproeier in de voorgevel. De nieuwere modellen hebben dit wel. Je kunt het kledingstuk bevochtigen om het te beschermen tegen de hitte, en het heeft een mooier effect. 
Strijkijzer
De strijkijzer is het voorwerp waarmee je gaat strijken. Let er wel goed op dat je de juiste stand gebruikt voor het textiel. De strijkijzer kun je aanpassen aan de behandelingsbehoefte van het kledingstuk.

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Strijkplank
De strijkplank kun je op hoogte aanpassen. Zo kun je ergonomisch te werk gaan en loop je geen rugklachten op.

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Ben voorzichtig!

Je bent met een heet voorwerp aan het werk. Dus houdt de focus bij het strijken.

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan strijken
  1. Klap de strijkplank uit en zorg dat deze stevig staat
  2. De plank moet zo hoog staan, dat je je rug recht kunt houden als je strijkt.
  3. Het treefje (waar je het strijkijzer opzet) moet rechts als je rechts bent en links als je links bent. Zet de strijkijzer op het treefje.
  4. Dan stel je de juiste temperatuur in.
  5. Nu pas de stekker in het stopcontact steken!
  6. Wacht tot het strijkijzer voldoende warm is (het lampje is dan uit)
  7. Daarna begin je met strijken --> Laat het hete strijkijzer niet op de kleding of strijkplank staan!!!!!!
  8. Na het strijken vouw je het wasstuk netjes op en je laat het resultaat zien aan de docent (fotopresentatie of filmpje)
  9. Laat het strijkijzer afkoelen









Ruim alles netjes op

Slide 49 - Slide

Kleding bestaat uit verschillende stoffen, zoals katoen en polyester, en heeft verschillende kleuren. Die stoffen en kleuren kunnen nt allemaal samen in de wasmachine

Klap de strijkplank uit en org dast deze stevig staat

De plank moet zo hoog staan, dat je je rug recht kunt houden als je strijkt. 

Het treefje (waar je het strijkijzer opzet) moet rechts als je rechts bent en links als je links bent

Je gaat strijken nu met de punt naar boven op het treefje zetten. Dan stel je de juiste temperatuur in. 

Nu pas de stekker in het stopcontact steken!

Wacht tot het strijkijzer voldoende warm is (het lampje is dan uit)

Daarna begin je met strijken
--> Laat het hete strijkijzer niet op de kleding of strijkplank staan!!!!!!

Na het strijken vouw je het wasstuk netjes op en je laat het resultaat zien aan de docent (fotopresentatie of filmpje)

Laat het strijkijzer afkoelen
Ruim alles netjes op
Stappenplan maken - 1
Titel
Eén A4-tje
Maximaal 6 stappen
Stappen verdelen in voorbereiden/uitvoeren/afsluiten
Grote tabel
Zelfstandig

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan maken - 2
1
Afbeelding
Voorbereiden:
-
2
Uitvoeren:
3
Afsluiten:

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag:
Om 10.15u heb je:

- een stappenplan strijken af
- heb je geoefend met het strijken van een theedoek

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen behaald?
Aan het einde van de les:
- kun je een theedoek strijken
- heb je een stappenplan strijken gemaakt
- ken je de wassymbolen goed

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

Vooruitblik

Slide 54 - Slide

This item has no instructions