Les 3 Zonder titel

Les 3 Zonder titel
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 3 Zonder titel

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
- Je leest in Zonder titel
- Je weet wat de literaire begrippen personages en perspectief inhouden

Slide 2 - Slide

Lesprogramma
- Welkom (5 min)
- Lezen Zonder titel (25 min)
- Terugblik: huiswerk (10 min)
- Uitleg: literaire begrippen (10 min)
- Zelfstandig werken (15 min)

Slide 3 - Slide

Lezen H16-H20
Maak aantekeningen tijdens het lezen!

Slide 4 - Slide

Huiswerk 
Opdrachten bespreken

Slide 5 - Slide

Personages
  • Hoofd- en bijpersonen
  • Rolverdeling tussen de personages
  • Uiterlijke kenmerken
  • Karaktereigenschappen
  • Ontwikkeling van de  hoofdpersoon in het verhaal


Slide 6 - Slide

Personages
Hoofdpersonen: deze worden het uitgebreidst beschreven, zodat je goed mee kunt leven. Je komt veel van hen te weten over hun gedachten en gevoelens.
Bijfiguren: deze worden eenvoudig beschreven. De meeste aandacht gaat naar hun uiterlijk en vaak hebben ze maar één eigenschap.

Slide 7 - Slide

Karakterontwikkeling
Mensen zijn nooit alleen aardig of alleen maar driftig of gemeen. Ze hebben allerlei karaktereigenschappen. Ditzelfde geldt voor verhaalpersonen. In de loop van het verhaal/roman leer je hun karakter kennen, vaak door wat ze doen, denken of zeggen.
Dat wat ze meemaken in een verhaal kan invloed hebben op hun karakter; zo kunnen ze zelfverzekerder, of somber, vrolijk, minder bang, etc. worden. Dit noemen we karakterontwikkeling.

Slide 8 - Slide

Verschillende perspectieven

Slide 9 - Slide

Perspectief
Wanneer je de verhaalfiguren wat beter bekijkt, valt het je op dat je meestal maar van een één of twee personen het innerlijk hebt leren kennen. De persoon die het verhaal vertelt, is degene vanuit wiens perspectief je het verhaal meekrijgt. Behalve dat je van zo’n personage de gedachten en gevoelens kent, heb je -zonder dat je je daarvan bewust was- ook als het ware door de ogen van die ene persoon tegen alle gebeurtenissen en andere verhaalfiguren aangekeken. Realiseer je dat het altijd om zijn mening of visie gaat en dat die niet altijd de juiste hoeft te zijn! 

Slide 10 - Slide

Ik-perspectief
  • Ik-persoon vertelt het verhaal
  • Je ziet alles door de ogen van één persoon 


  • Ik-persoon vertelt achteraf over gebeurtenissen


  • Ik-persoon vertelt over de gebeurtenissen die
    plaatsvinden op het moment dat hij vertelt. 
Vertellend ik-perspectief
Belevend ik-perspectief

Slide 11 - Slide



De ‘ik’ is niet per definitie betrouwbaar. Hij kan ook gek, psychisch in de war of gemeen zijn. Wees hierop bedacht. We noemen dit een onbetrouwbaar perspectief.

Slide 12 - Slide

Personaal perspectief
  • Hij-/zij-perspectief
  • Onzichtbare verteller
  • Je ziet de gebeurtenissen door de ogen van 
    één persoon
  • Je weet niet méér dan de hij- of zij-persoon
  • meervoudig personaal perspectief (door meerdere                                                ogen hoor/zie je het verhaal

Slide 13 - Slide

Voorbeeld personaal perspectief
“Ik wil iets vragen over het hek’, zei hij flink, omdat dat het belangrijkste leek. “Ik wil weten waarom het er is.” Gretel draaide zich om op haar stoel en keek hem nieuwsgierig aan. “Wil je zeggen dat je dat niet weet?” vroeg ze. “Nee,” zei Bruno. “Ik begrijp niet waarom wij niet aan de andere kant mogen komen. Wat is er zo verkeerd aan ons dat we er niet naartoe mogen om te spelen?” 

Slide 14 - Slide

Auctoriale verteller / alwetende verteller
  • Neemt niet deel aan de handeling
  • Geeft commentaar op de gebeurtenissen
  • Meest betrouwbaar
Verteller die als eigenlijk “boven het verhaal hangt”. Hij weet van meerdere personages wat zij zien, denken en voelen. Het verhaal wordt geschreven vanuit de hij/zij-vorm, maar door sommige zinnetjes weet je dat je met een alwetende verteller te maken hebt. Deze verteller kan soms zelfs in de toekomst kijken. 
De alwetende verteller vertelt dan dingen die geen van de personen kan weten. Hij heeft zelf geen rol binnen het verhaal, maar vertelt het verhaal en weet meer dan de hoofdpersonen bij elkaar.

Slide 15 - Slide

Meervoudig perspectief

  • Afwisseling van verschillende perspectieven


  1. Sven (ik-perspectief)
  2. Parker (ik-perspectief)

Slide 16 - Slide

Aan de slag
Noteer het huiswerk in de Plenda: 
Lezen theorie personages en perspectief 
en maken de opdrachten op blz. 5, 6, 7 en 9 

Slide 17 - Slide