1KGT | 7.3 Woordformules

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

7.3

Woordformules

Bij de kosten van verjaardagskaarten hoort de volgende formule: Kosten in € = 4 + 0,60 x aantal kaarten.
Welk bedrag is het vaste bedrag?

Bij de kosten van verjaardagskaarten hoort de volgende formule: Kosten in € = 4 + 0,60 x aantal kaarten.
Wat is het bedrag per kaart?

Bij de kosten van verjaardagskaarten hoort de volgende formule: Kosten in € = 4 + 0,60 x aantal kaarten.

Hoeveel € moet je betalen als je 10 kaarten bestelt?

verbind elke formule met de juiste grafiek

Verbindt de formules met de juiste uitspraken

Begingetal 55

stijggetal 70

daalgetal 2

dalende grafiek

begingetal 55

lengte in cm = 55 + 3 x tijd in maanden

Welk getal is het begingetal?

lengte in cm = 55 + 3 x tijd in maanden

Welk getal is het stijggetal?

lengte in cm = 55 + 3 x tijd in maanden

Wat zijn de twee variabelen van deze formule?

1. lengte in cm en tijd in maanden
2. lengte in cm en 55
3. 55 en 3
4. 3 en tijd in maanden

beltegoed in euro = 25 - 0,20 x beltijd in minuten

Noemen we 0,20 het stijggetal of het daalgetal?

1. stijggetal
2. daalgetal

verdiensten in € = 20 + 5 x tijd in uren

Welk bedrag wordt er per uur verdiend?

verdiensten in € = 20 + 5 x tijd in uren

Wat zijn de variabelen in de formule?

Opgaven in schrift

Maak nu alle opdrachten van 7.3

Sta je gemiddeld hoger dan een 7,5 voor wiskunde maak dan: 

20, 21, 22, 25, 26, 27, 28, 29, 30 

kijk zorgvuldig na(en lever de opdrachten in op de volgende dia)

nog vragen of samen oefenen? stel je vraag tijdens de (online) les of via de chat.