1.7 grammatica woordsoorten persoonsvorm en onderwerp

Welkom
Pak jij alvast je spullen
en start je Ipad op.

We gaan de komende weken aan de slag met zinsdelen en werkwoordspelling.



1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom
Pak jij alvast je spullen
en start je Ipad op.

We gaan de komende weken aan de slag met zinsdelen en werkwoordspelling.



Slide 1 - Slide

1.7 grammatica zinsdelen
Doel van de lessen deze week:

       Vandaag:
  • een zin in zinsdelen verdelen 
  • de persoonsvorm benoemen
  • het onderwerp benoemen
      Morgen:
  • werkwoordspelling: tegenwoordige tijd en gebiedende wijs

Slide 2 - Slide

welke kenmerken heeft
een werkwoord?

Slide 3 - Mind map

werkwoord







anders
            hebben, opdracht, wil,
 gaf, is, auto, tijdens,                        leuk, gelopen, is

Slide 4 - Slide



altijd een vorm van een werkwoord

Glennis Grace heeft in 2018 de finale van America’s Got Talent bereikt.


  1.  Tijdproef (zet zin in andere tijd)
  2. Getalproef (maak onderwerp gelijk aan pv)
  3. Vraagzin


 Aantekeningen 1.7:  Persoonsvorm
Hoe te vinden?

Slide 5 - Slide

Wat is de pv in de zin:
De leerlingenraad zoekt dit
schooljaar nieuwe leden.

Slide 6 - Open question

Wat is de pv in de zin:
Hoeveel beltegoed heb jij gekregen?

Slide 7 - Open question

Bekijk het filmpjes in Talent

1. Persoonsvorm
2. Zinsdeelstrepen zetten
3. Zinsdelen benoemen

Slide 8 - Slide

* voor de pv staat
maar 1 zinsdeel
* zinsdeel bestaat uit groepje woorden of 1 woord
* elk zinsdeel zet je
tussen streepjes

Slide 9 - Slide

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
De jonge held | kreeg | een onderscheiding.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Koala's | eten | geen | vlees.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Over | een paar jaar | heeft | iedereen | een smartwatch.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Ons team | won | gisteren | een belangrijke sportprijs.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Opdracht
Ontleed deze zin

Vandaag heb je instructie over het onderwerp gehad.

Pv - zinsdeelstreepjes -Onderwerp

Slide 14 - Slide

Antwoorden
Ontleed deze zin

Vandaag I heb I je I instructie over het onderwerp I gehad.

Pv - zinsdeelstreepjes -Onderwerp

Slide 15 - Slide

waar denk je aan
bij het woord "onderwerp"?

Slide 16 - Mind map

Onderwerp I

Bekijk het filmpje op Talent digitaal 1.7 over het onderwerp


Slide 17 - Slide

Het onderwerp
  • Geeft aan wie/wat iets doet

  • hoort bij de pv (beide in enkelvoud of meervoud)

  • stel de vraag: wie of wat + werk.woordelijk gezegde
(werkwoordelijk gezegde= alle werkwoorden in de zin)

Slide 18 - Slide

Wat is het ow in de zin:
De treinreizigers strandden op het station in Breda.

Slide 19 - Open question

Wat is het ow in de zin:
De winnaar van de Postcode Loterij kocht direct een Ferrari.

Slide 20 - Open question

Wat is het ow in de zin:
Zwartbuikhamsters komen in Frankrijk niet meer voor.

Slide 21 - Open question

Wat is het ow in de zin:
Vorig seizoen heb ik een paar voetbalschoenen versleten.

Slide 22 - Open question

Verdeel de zinnen
Schrijf de zin over,
zet zinsdeelstrepen, 
schrijf de zinsdelen eronder.

Een heel ander talent heeft Piet uit 1k.
Wat bedoelde de docent van Lisa ?

Persoonsvorm? Zinsdeelstrepen? Onderwerp?

Slide 23 - Slide

Antwoorden
Schrijf de zin over,
zet zinsdeelstrepen, 
schrijf de zinsdelen eronder.

Een heel ander talent  I heeft  I Piet I uit 1k.
Wat I bedoelde I de docent van Lisa ?

Persoonsvorm Onderwerp?

Slide 24 - Slide

Opdrachten bij 1.7
WEEKTAAK

Huiswerk af? ( 1 t/m 5 en 7)
 Maak dan opdracht 6, 8, 9, 10, 12, 13

Slide 25 - Slide