11.3 Titraties

11.3 & 11.4 titraties
1 / 34
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

11.3 & 11.4 titraties

Slide 1 - Slide



Moeilijke onderdelen inventariseren 

Titraties uitleg




Wat gaan we doen vandaag?

Slide 2 - Slide

Welke pH hebben zuren?
A
0-7
B
7
C
7-14

Slide 3 - Quiz

Zuren zijn
A
metalen
B
moleculaire stoffen
C
zouten

Slide 4 - Quiz

Als je kalk laat reageren met een zuur ontstaan er gasbelletjes. Welk gas is dit?
A
O2(g)
B
CO2(g)
C
Ca(g)
D
H2O(g)

Slide 5 - Quiz

Noteer de reactievergelijking van de reactie van mierenzuur met natriumoxide

Slide 6 - Open question

Noteer de reactievergelijking van de reactie van mierenzuur met natriumoxide

Mierenzuur: COOH
Natriumoxide: Na2O

O2- + H2O --> 2OH-

COOH + OH- --> COO- + H2O
of
2 COOH + O2- --> 2COO- + H2O
Zuur base reactie

Slide 7 - Slide

Ik snap de reactie van water met oxide ion en daarmee de opgave.
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

Noteer de reactievergelijking van de reactie van zoutzuur met natriumcarbonaat

Slide 9 - Open question

YES, ik snap de zuur/base reactie met het carbonaat ion!
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

Wat is titratie?

Berekeningen aan een titratie

Slide 11 - Slide

Met titratie 
kun je de 
onbekende molariteit 
van een 
oplossing bepalen

Slide 12 - Slide

Met een zuur schoonmaakmiddel kan ik?
A
vet verwijderen
B
de vaat wassen
C
ramen lappen
D
kalk verwijderen

Slide 13 - Quiz

Titratie
Titratie curve 
en
het omslag traject

Slide 14 - Slide

De keuze voor je indicator.
  

Bij een goede indicator maakt het niet uit dat er een omslagtraject is (een verticaal deel is zelfs handig).


Dus in dit geval:

  • Dimethylgeel
  • Broomthymolblauw
Titratie curve & indicator
volume

Slide 15 - Slide

Waarom verandert de pH zo snel bij het omslag traject?

Slide 16 - Open question

Volledig wegtitreren van stof A met B: blok A even groot als blok B

  • Reactievergelijking opschrijven voor molverhouding 
  • Bereken mol van bekende stof 
  • Bereken mol van gevraagde stof 
  • Bereken de concentratie van de gevraagde stof 
Simpele titratie

Slide 17 - Slide

Reactievergelijking opschrijven voor
  • A + X → A’ voor molverhouding (Je hoeft niets over A’ te weten zolang je de molverhoudingen kent)
  • A’ + B → titratie voor molverhouding
Bereken mol van bekende stof
Bereken mol van gevraagde stof
Bereken de concentratie van de gevraagde stof

Indirecte titratie

Slide 18 - Slide

Reactievergelijking opschrijven voor

  • A + B waarbij B in overmaat is. Hoeveel weten we niet, maar wel dat het genoeg is om heel A te laten wegreageren
  • Overmaat B + C → titratie voor molverhouding
Bereken mol overmaat deel en vervolgens van het deel B dat met A heeft gereageerd
Bereken mol van stof A
Bereken de concentratie van de gevraagde stof
Indirecte titratie

Slide 19 - Slide

  1. Geef de reactievergelijking.  
  2. Geef de verhouding in mol.  
  3. Ga na welke stof gegeven en welke gevraagd is.  
  4. Bereken het aantal mol van de gegeven stof (mol toegevoegde stof(buret) =  liter * ... M).  
  5. Bereken het aantal mol gevraagde stof (met de molverhouding)
  6. Reken om naar de gevraagde eenheid (molariteit: mol gereageerde stof / volume pipet (omgerekend naar L).
  7. Controleer; ALLES! 

Titratie: Het algemene stappenplan

Slide 20 - Slide

Bereken de molariteit van het zoutzuur na titratie met natronloog.
Gegevens:

- 25,00 ml zoutzuur
- 20,35 ml natronloog (0,10M)

Let give this a try!

Slide 21 - Slide

  • Deze is vaak gegeven of kun je afleiden uit de tekst.

  • Zoutzuur is een sterk zuur en splitst in H+ en Cl

  • Natronloog is een oplossing van natriumhydroxide: Na+ en OH

  • Het zuur en de base reageren met elkaar H+ (aq) + OH- (aq) → H2O
 (de andere ionen zijn tribune-ionen)
stap 1 reactievergelijking

Slide 22 - Slide

stap 2 molverhouding
H+ (aq)
+
OH- (aq)
H2O (l)
1 mol
:
1 mol

Slide 23 - Slide

stap 3 gegeven en gevraagd (voor)
H+(aq)
+
OH- (aq)
H2O (l)
1 mol
:
1 mol
gegeven:
volume: 25 ml
molariteit: ?
gegeven:
volume: 
molariteit: 0,1 M (0,1 mol/L)

Slide 24 - Slide

stap 3 gegeven en gevraagd
H+ (aq)
+
OH- (aq) 
H2O (l)
1 mol
:
1 mol
gegeven:
volume: 25 ml
molariteit: ?
gegeven:
volume: 
molariteit: 0,1 M (0,1 mol/L)
Afgelezen 
volume: 20,35 ml

Slide 25 - Slide

stap 4 mol gegeven stof
H+ (aq)
+
OH- (aq)
H2O (l)
1 mol
:
1 mol
gegeven:
volume: 25 ml
molariteit: ?
gegeven:
volume: 
molariteit: 0,1 M (0,1 mol/L)
Afgelezen 
volume: 20,35 ml
mol OH- toegevoegd:
20,35 ml x 0,1 M 
= 2,035 mmol

Slide 26 - Slide

stap 5 mol gevraagde stof
H+ (aq)
+
OH- (aq)
H2O (l)
1 mol
:
1 mol
gegeven:
volume: 25 ml
molariteit: ?
gegeven:
volume: 
molariteit: 0,1 M (0,1 mol/L)
Afgelezen 
volume: 20,35 ml
aantal mol H+ (1:1) =
2,035 mmol
mol OH- toegevoegd:
20,35 ml x 0,1 M 
= 2,035 mmol

Slide 27 - Slide

stap 6 gevraagde eenheid 
H+ (aq)
+
OH- (aq)
H2O (l)
1 mol
:
1 mol
gegeven:
volume: 25 ml
molariteit: ?
gegeven:
volume: 
molariteit: 0,1 M (0,1 mol/L)
Afgelezen 
volume: 20,35 ml
aantal mol H+ (1:1) =
2,035 mmol
mol OH- toegevoegd:
20,35 ml x 0,1 M 
= 2,035 mmol
Molariteit: 
2,035 mmol/25ml = 0,08M

Slide 28 - Slide

A ntwoord gegeven op de vraag?

L ogisch? (kan het kloppen)

L eesbaar?

E enheid?

S ignificantie?
stap 7 Controleer

Slide 29 - Slide

  • Met een titratie kun je de molariteit van een oplossing vaststellen. 

  • Een titratiecurve geeft het verloop van de pH tijdens een zuur - base titratie weer .

  • Het eindpunt of equivalentiepunt is het punt bij een titratie waarbij de reagerende stoffen in gelijke verhouding in mol ( volgens de reactievergelijking ) bij elkaar zijn gebracht 

  • Met een juiste indicator kun je het eindpunt van een titratie visueel bepalen.




Belangrijke woorden

Slide 30 - Slide

Hoe goed begrijp jij nu titratie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 32 - Open question

Over welke 2 onderwerpen wil je graag nog meer weten?

Slide 33 - Open question

Zelfstandig aan het werk:

§ 11.3: 21, 22, 23, 24
§ 11.4: 28, 29, 30

Extra uitdaging:
opgave 33, 40

Wat gaan we verder doen vandaag?

Slide 34 - Slide