This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
4 GT H1+H2 oefenen
Slide 1 - Slide
H1: Geef 2 voorbeelden van primaire inkomens.
Slide 2 - Open question
H1: Geef 2 voorbeelden van secundaire inkomens.
Slide 3 - Open question
H1: Nettoloon is een voorbeeld van secundaire inkomens.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
H1: Rente over je spaargeld is een voorbeeld van primaire inkomens.
A
Juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
H1: Noem de 6 p's van de marketingmix.
Slide 6 - Open question
H1: Je hebt een brutoloon van € 2.900 per maand. Op 1 juli krijg je 1,6% loonsverhoging. Bereken met een groeifactor wat je nieuwe brutoloon is.
Slide 7 - Open question
H1: Gebruik het overzicht gasprijzen. Bereken voor energieleverancier Greenchoice de absolute prijsstijging en de relatieve prijsstijging.
Slide 8 - Open question
H1: Gebruik nogmaals het overzicht gasprijzen. Stel de gasprijs van Vattenfall in juli 2021 op indexcijfer 100. Bereken de indexcijfers van de gasprijzen in juli 2021 van: - Vandebron
Slide 9 - Open question
H1: Bereken het cpi.
A
102,92
B
101,92
C
100,92
D
105,92
Slide 10 - Quiz
H2: Bekijk het overzicht. Familie de Groot heeft een overzicht gemaakt van de maandelijkse vaste lasten van hun gezin. Per week geven ze € 175 uit aan dagelijkse uitgaven. Bereken hoeveel procent van hun inkomen het gezin overhoudt voor incidentele uitgaven.
Slide 11 - Open question
Jouw auto is een paar jaar oud. Jij verwacht nog zes jaar in de auto te rijden en hem dan te verkopen voor € 7.500. Jij wilt dan een andere auto kopen voor € 20.000. Hoeveel moet jij per maand reserveren om over zes jaar de andere auto te kunnen kopen?
Slide 12 - Open question
Je zet 4.000 euro op een spaarrekening met een rentepercentage van 1,3%. Je zet het hele bedrag voor vijf jaar op een spaardeposito van XX Bank. Elk jaar maakt de bank de rente over naar de betaalrekening van jou. Bereken hoeveel euro rente jij over de gehele looptijd ontvangt. (let op! zoek eerst de betekenis van spaardeposito op!)
Slide 13 - Open question
Juliun zet op 1 januari € 7.000 op een spaarrekening bij de ING. Hij ontvangt hierop 0,4% rente. Wat is na drie jaar zijn spaartegoed op basis van samengestelde rente? Kies het juiste antwoord.
A
7000x0,004x0,004x0,004=
7.084,34
B
7000x1,004=
7.084,34
C
7000x1,004x1,004x1,004=
7.084,34
Slide 14 - Quiz
Bekijk de afbeelding. Bereken de reële rente voor 2017.
Slide 15 - Open question
Abdel koopt op afbetaling een scooter van € 1.480. Hij betaalt dan vijf jaar lang € 32,10 per maand. Bereken de totale kredietkosten in procenten van het geleende bedrag. Rond je antwoord af op één decimaal.