Verkeersinzicht en -kennis

Verkeersinzicht en -kennis

Waarom zijn er gedragsregels voor weggebruikers opgesteld?

1. Om de weg te versieren en de lucht te zuiveren.
2. Om de veiligheid te waarborgen en overlast te voorkomen.

Wat wordt beschouwd als onderdeel van de weg?

1. Paden, bermen, bruggen, tunnels en trottoirs.
2. Huisdeuren, tuinen, daken, en parkeerplaatsen.

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je gevaren in het verkeer herkennen en weet je hoe je hierop moet reageren.
Aan het einde van de les kun je verkeersfeiten en -regels herkennen en benoemen.
Aan het einde van de les kun je verkeersregels toepassen en de juiste beslissingen nemen in verschillende verkeerssituaties.

Wat weet je al over gevaren in het verkeer en verkeersregels?

Gevaarherkenning

Het vermogen om potentiële gevaren in het verkeer tijdig te identificeren en hierop te reageren.

Kennis van verkeersregels

De feiten en regels met betrekking tot verkeerssituaties die men dient te kennen en te kunnen oproepen.

Inzicht in verkeerssituaties

Het toepassen van kennis en regels om veilige en verantwoorde beslissingen te maken in het verkeer.

Gevaarherkenning

Het herkennen van en reageren op gevaren in het verkeer.

Kennis van verkeersregels

Het herkennen en benoemen van verkeersfeiten en -regels.

Inzicht in verkeerssituaties

Het toepassen van verkeersregels en het nemen van juiste beslissingen.

Definitielijst

Gevaarherkenning: Het vermogen om potentiële gevaren in het verkeer tijdig te identificeren en hierop te reageren.
Kennis: De feiten en regels met betrekking tot verkeerssituaties die men dient te kennen en te kunnen oproepen.
Inzicht: Het toepassen van kennis en regels om veilige en verantwoorde beslissingen te maken in het verkeer.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.