Voedingsleer: De Wereld van Macronutriënten

Voedingsleer: De Wereld van Macronutriënten
1 / 36
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Voedingsleer: De Wereld van Macronutriënten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de verschillende macronutriënten benoemen en weet je in welke producten ze voorkomen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over macronutriënten?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Slide 1: Introductie
Wat zijn macronutriënten?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 2: Koolhydraten
Wat zijn koolhydraten en waarom zijn ze belangrijk?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 3: Producten met koolhydraten
In welke producten zitten koolhydraten?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is de functie van koolhydraten in het lichaam?
A
Koolhydraten ondersteunen de hersenfunctie
B
Koolhydraten helpen bij de opname van vitamines
C
Koolhydraten zijn essentieel voor de spieropbouw
D
Koolhydraten zijn de belangrijkste energiebron voor het lichaam

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welk product bevat de meeste koolhydraten per 100 gram?
A
Komkommer
B
Ei
C
Honing
D
Kipfilet

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welk van de volgende producten bevat geen koolhydraten?
A
Aardappel
B
Yoghurt
C
Olijfolie
D
Banaan

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de celopbouw van koolhydraten?
A
Koolhydraten bestaan uit glucose en fructose
B
Koolhydraten bestaan uit koolstof, waterstof en zuurstof
C
Koolhydraten bestaan uit eiwitten en vetten
D
Koolhydraten bestaan uit calcium en ijzer

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

In welke producten zitten koolhydraten?
A
Rijst
B
Brood
C
Pasta
D
Kip

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Slide 4: Eiwitten
Wat zijn eiwitten en waarom zijn ze belangrijk?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 5: Producten met eiwitten
In welke producten zitten eiwitten?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Het begrijpen van de celopbouw van eiwitten is belangrijk.
Celopbouw helpt bij het begrijpen van eiwitfunctionaliteit.
De celopbouw van eiwitten is onbelangrijk voor hun functies.
Eiwitfunctionaliteit kan volledig begrepen worden zonder celopbouw.
Celopbouw speelt geen rol bij eiwitinteracties.
Het is te complex om de celopbouw van eiwitten te begrijpen.
De interactie van eiwitten in de cel is cruciaal.
Celopbouw van eiwitten heeft geen praktische toepassingen.
Eiwitfunctionaliteit kan enkel worden begrepen via celopbouw.
Celopbouw van eiwitten is nog onvolledig begrepen.

Slide 14 - Poll

This item has no instructions

Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren.
De volgorde van aminozuren bepaalt de eigenschappen van eiwitten.
Eiwitten kunnen functioneren met een willekeurige volgorde van aminozuren.
Er is maar één juiste volgorde van aminozuren voor eiwitopbouw.
De structuur van eiwitten is onbelangrijk voor hun functies.
Elk aminozuur kan op elke positie in eiwitten voorkomen.
Eiwitstructuur is cruciaal voor enzymatische activiteit.
Aminozuurvolgorde beïnvloedt de stabiliteit van eiwitten.
Eiwitten kunnen opgebouwd worden zonder aminozuren.
Eiwitopbouw heeft geen impact op functie.

Slide 15 - Poll

This item has no instructions

Aminozuren zijn de bouwstenen van eiwitten.
Er zijn 20 verschillende aminozuren.
Aminozuren zijn essentiële voedingsstoffen.
Aminozuren kunnen door het lichaam worden geproduceerd.
Alle aminozuren moeten via voeding worden verkregen.
De meeste mensen krijgen voldoende aminozuren binnen.
Het is moeilijk om voldoende aminozuren binnen te krijgen.
Aminozuren zijn overgewaardeerd in de voedingsindustrie.
Aminozuren hebben geen essentiële functies in het lichaam.
Aminozuren worden alleen gebruikt voor eiwitsynthese.

Slide 16 - Poll

This item has no instructions

Eiwitten kunnen worden gevonden in diverse voedingsproducten.
Vlees en vis zijn goede eiwitbronnen.
Peulvruchten zijn rijk aan eiwitten.
Zuivelproducten bevatten veel eiwitten.
Noten en zaden zijn goede eiwitbronnen.
Eiwitten kunnen worden verkregen uit plantaardige bronnen.
Er zijn geen goede plantaardige eiwitbronnen.
Eiwitten zijn alleen te vinden in dierlijke producten.
Vegetariërs en veganisten kunnen voldoende eiwitten binnenkrijgen.
Het is moeilijk om voldoende eiwitten binnen te krijgen.

Slide 17 - Poll

This item has no instructions

Eiwitten hebben verschillende belangrijke functies in het menselijk lichaam.
Eiwitten zijn essentieel voor spieropbouw.
Eiwitten dragen bij aan het immuunsysteem.
Eiwitten zijn belangrijk voor hormoonregulatie.
Eiwitten spelen een rol in het transport van stoffen.
Eiwitten zijn noodzakelijk voor enzymatische processen.
Eiwitten zijn overgewaardeerd als voedingsstof.
Er zijn voldoende andere voedingsstoffen die dezelfde functies kunnen vervullen.
De functies van eiwitten worden overschat in de voedingsindustrie.
Eiwitten hebben geen specifieke functies in het menselijk lichaam.

Slide 18 - Poll

This item has no instructions

Slide 6: Vetten
Wat zijn vetten en waarom zijn ze belangrijk?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 7: Producten met vetten
In welke producten zitten vetten?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 8: Quiz
Test je kennis!

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 9: Voedingspatronen
Hoe kunnen we de macronutriënten opnemen in een gezond voedingspatroon?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 10: Praktische tips
Hoe kunnen we gezonde keuzes maken in ons dagelijks leven?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 11: Gezonde recepten
Voorbeelden van gezonde recepten

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 12: Voedingsmythes
Welke voedingsmythes zijn er?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 13: Invloed van koken
Hoe beïnvloedt koken de macronutriënten in ons voedsel?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 14: Voedingssupplementen
Zijn voedingssupplementen nodig?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 15: Beperken van suiker en vet
Wat zijn de gevolgen van overmatige inname van suiker en vet?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 16: Balans en portiegrootte
Waarom is balans en portiegrootte belangrijk?

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 17: Voedingslabels
Hoe lees je voedingslabels?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 18: Praktische opdracht
Analyseer een dagmenu

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 19: Samenvatting
Belangrijkste punten

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 20: Vragen en discussie
Heb je nog vragen? Laten we discussiëren!

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 34 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 35 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 36 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.