Thema 6_Uitleg 6.3_juni 2024

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Wat is de champignon?

1. Producent
2. Consument
3. Reducent

Wat is de paardenbloem?

1. Producent
2. Consument
3. Reducent

Wat is de bacterie?

1. Producent
2. Consument
3. Reducent

Biotische factor of Abiotische factor?
ROOFDIER

1. Biotische factor
2. Abiotische factor

Biotische factor of Abiotische factor?
EEN STRUIK

1. Biotische factor
2. Abiotische factor

Zet in goede volgorde:
Klasse - Orde - Familie - Geslacht

1. Geslacht - Klasse - Familie - Orde
2. Klasse - Geslacht - Orde - Familie
3. Klasse - Orde - Familie - Geslacht
4. Orde - Klasse - Familie - Geslacht

Dezelfde soort?

1. Ja, dezelfde soort
2. Nee, niet dezelfde soort

Hoe breed is een zeearend?

1. 50-100 cm
2. 100-150 cm
3. 150-200 cm
4. 200-250 cm

Hoe hoog zit het nest van de zeearend?

1. 10-15 meter hoog
2. 15-20 meter hoog
3. 20-25 meter hoog
4. 25-30 meter hoog

Welke kleur heeft de snavel van een zeearend?

1. Wit
2. Zwart
3. Grijs
4. Geel

Goed of Fout?
In een groene stengel kan Fotosynthese plaatsvinden

1. Goed
2. Fout

Welke stoffen ontstaan bij de Fotosynthese?

1. Water Glucose
2. Glucose Koolstofdioxide
3. Glucose Zuurstof
4. Zuurstof Water

Een plant maakt eiwit en vetten van glucose. Welke stof maakt hij nog meer van glucose?

1. Zetmeel
2. Mineralen
3. IJzer

Welk proces vindt NIET plaats op de bodem van de oceaan? Waarom?

1. Verbranding, omdat er geen licht is
2. Verbranding, omdat er geen zuurstof is
3. Fotosynthese, omdat er geen licht is
4. Fotosynthese, omdat er geen zuurstof is

Wie heeft de langste darmen?

1. Planteneter
2. Vleeseter
3. Alleseter

Waarom is plantaardig materiaal moeilijk te verteren?

1. Door de stugge celwand
2. Door de stugge celmembraan
3. Door de grote vacuole
4. Door de dikte van de celkern

Wat is dit?

1. Planteneter
2. Vleeseter
3. Alleseter

Wat voor soort kiezen heeft dit dier?

1. Plooikiezen
2. Knobbelkiezen
3. Knipkiezen

Wat voor kiezen heeft een paard?
En hoe lang zijn haar darmen?

1. Plooikiezen en hele lange darmen
2. Knobbelkiezen en hele lange darmen
3. Plooikiezen en hele korte darmen
4. Knobbelkiezen en hele korte darmen

Op een eik leven pissebedden. Deze pissebedden zijn het voedsel voor de spin. Een tjiftjaf (vogel) eet een spin. Wat is de juiste voedselketen?

1. eik --> spin --> pissebed --> tjiftjaf
2. eik --> pissebed --> spin --> tjiftjaf
3. tjiftjaf --> pissebed --> spin --> eik
4. tjiftjaf --> spin --> pissebed --> eik

In de Waddenzee leven algen. Deze groene plantjes worden gegeten door mossels. De kuifeend eet mossels. De zeehond eet de kuifeend. Wat is de juiste voedselketen?

1. alg -> mossel -> zeehond -> kuifeend
2. kuifeend -> zeehond -> mossel -> alg
3. alg -> mossel -> kuifeend -> zeehond
4. zeehond -> kuifeend -> mossel -> alg

Hoeveel verschillende soorten voedselketens zitten er in het voedselweb?

1. 6
2. 7
3. 8
4. 9

Hoeveel verschillende soorten voedselketens zitten er in het voedselweb?

1. 6
2. 7
3. 8
4. 9

Juist of onjuist?
Fytoplankton is een dier.

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist?
Zooplankton is een dier.

1. Juist
2. Onjuist

Waar begint een voedselketen
altijd mee?

1. Plant
2. Dier
3. Bacterie
4. Schimmel