THEO les 1: Celleer

Cellen en organellen
1 / 10
next
Slide 1: Slide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 135 min

Items in this lesson

Cellen en organellen

Slide 1 - Slide

Celmembraan

(Stofwisseling)
  • Celmembraan = een heel dun vliesje om de   cel heen
  • Kernmembraan om de celkern

  • Semi permeabel (half doorlaatbaar) 

Membranen zijn dus semi permeabele vliezen om het cellichaam en celkern heen.

Voedingsstoffen en zuurstof (O2) worden doorgelaten. 
Afvalstoffen en koolstofdioxide (CO2) worden afgegeven.

Slide 2 - Slide

Wat is de functie van het membraan?
A
Alle stoffen doorlaten
B
Selectief stoffen doorlaten

Slide 3 - Quiz

Organellen 
  • Organellen zijn onderdelen van de cel   (speciale functie)
  • Organellen bevinden zich in het cellichaam

Voorbeelden zijn:

  • Mitochondriën 
  • Ribosomen
  • Vacuolen 
  • Celkern

Slide 4 - Slide

Chromosomen
  • Chromosomen bestaan uit DNA.
  • In bepaalde delen van het DNA zit erfelijke informatie -> de genen. 

Een menselijke celkern bevat 46 chromosomen (23 paren).

Chromosomen hebben ieder twee identieke delen: chromatiden

Slide 5 - Slide

Chromatine
  • Eiwitkorrels van hoog gekwalificeerd eiwit
  • Ze vormen chromosomen 

Locatie: in de celkern

Slide 6 - Slide

Juist of onjuist?

Een menselijke celkern bevat 23 paar chromosomen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Welke functie hoort bij de organellen?
Mitochondrien
Ribosomen
Vacuolen

Vocht opslaan

Belangrijk bij de energie voorziening

Opbouw van eiwitten

Slide 8 - Drag question

Wat is een ander woord voor nucleus?
A
Chromatine
B
Celkern
C
Cellichaam

Slide 9 - Quiz

Welke functie hebben bloedplaatjes?
A
Ze maken antistoffen
B
Ze zorgen voor bloedstolling
C
Ze zorgen voor het vervoeren van zuurstof

Slide 10 - Quiz