This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom!
Welkom bij les zes van de cursus LVB.
Microfoon uit? Dan kunnen we beginnen!
Slide 1 - Slide
Programma
Toets einde periode
Herhaling theorie & voorbereiding toets
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Toets
Toetsweek = laatste week oktober
Alle behandelde theorie leren
Online lessen (sharepoint)
Boom digitaal
Slide 3 - Slide
1. Een licht verstandelijke beperking is makkelijk te herkennen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
2. Cliënten met een LVB hebben geen beperkingen op sociaal gebied.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
3. Cliënten met een LVB hebben een beperkt werkgeheugen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
4. Noem twee oorzaken waardoor probleemgedrag bij een cliënt met LVB kan ontstaan.
Slide 7 - Open question
Oorzaken
Frustratie (overvragen of ondervragen)
Instrumenteel (wil iets bereiken)
Omgevingsfactoren
Missen van vaardigheden (niet uiten, frustratie)
Slide 8 - Slide
5. Cliënten met een LVB hebben moeite met abstract denken. Leg uit wat dit betekent.
Slide 9 - Open question
6. Eén van de methodieken is de functie analyse. Bij de functie analyse..
A
Leert de cliënt vaardigheden om ontwikkelingstaken te behalen.
B
Start je met een netwerkberaad.
C
wordt er een analyse gemaakt van gedrag in een context.
D
wordt er onderscheid gemaakt tussen taken.
Slide 10 - Quiz
7. Cliënten met een LVB leren door concreet ervaren. Leg uit wat dit betekent.
Slide 11 - Open question
8. Noem twee dingen die belangrijk zijn in het omgaan met probleemgedrag bij cliënten met een LVB.
Slide 12 - Open question
Omgaan met probleemgedrag:
Eenduidige benadering (collega's op één lijn)
Grenzen stellen (wat accepteer je wel/niet)
Structuur (cliënt weet wat hij kan verwachten)
Emotie cliënt benoemen (ik zie dat je boos bent)
Benoemen wat je wél verwacht (ik wil dat je....)
Consequenties benoemen
Slide 13 - Slide
9. Beschrijf hoe iemand met een LVB functioneert op verstandelijk gebied. Noem minimaal drie dingen.
Slide 14 - Open question
Functioneren op verstandelijk gebied
Kunnen onvoldoende abstract denken, problemen oplossen, leren van ervaringen, complexe ideen vorm geven
Beperkt werkgeheugen aanwezig: informatie verwerken gaat langzamer, onthouden gaat moeilijker.
Beperking in de executieve functies (plannen, organiseren, gevoelens beheersen, concentratie, reflecteren op gedrag)
Slide 15 - Slide
10. Iemand met een LVB heeft een beperkte woordenschat.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quiz
Taal ontwikkeling
Vertraagde spraak- en taalontwikkeling. Beperkte woordenschat.
Taalbegrip laag, taalgebruik hoog (overschatting)
Slide 17 - Slide
11. Mark is een veertigjarige man met een licht verstandelijke beperking. André is samen met zijn begeleider zijn administratie aan het ordenen. De begeleider heeft voorgedaan waar alle papieren horen, nu laat hij André de papieren zelfstandig ordenen. Het lukt Mark om de eerste twee brieven op te bergen. Bij de derde brief raakt hij in de war. Mark gooit de papieren door kamer en loopt boos weg.
Waar komt dit gedrag vandaan? Wat zou jij doen als begeleider?
Slide 18 - Open question
12. Waarom is de motivatie methode geschikt om te gebruiken bij cliënten met een LVB?
Slide 19 - Open question
13. Noem twee dingen die het lastig maken om een LVB te herkennen.