ISK4 ww spelling opfrislesje

werkwoordspelling 
opfrislesje
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2,3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

werkwoordspelling 
opfrislesje

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat past op de lege plekken? Mijn broertje ...... zijn haar ......
A
heeft, geknipt
B
heeft geknipd
C
heeft geknip
D
is geknipt

Slide 3 - Quiz

Wat past op de lege plekken? ..... jij mij gisteren ......?
A
heeft, gebeld
B
heb, gebeld
C
is, gebeld
D
heb, gebelt

Slide 4 - Quiz

Wat past op de lege plekken? Wij.... naar Amsterdam .....
A
hebben, verhuist
B
zijn, verhuist
C
hebben, verhuisd
D
zijn, verhuisd

Slide 5 - Quiz

Waarom schrijf je "gepakt" met een t?

Slide 6 - Open question

Waarom schrijf je "gehoord" met een d?

Slide 7 - Open question

Welke werkwoorden zijn "sterk"?
A
lopen
B
luisteren
C
bellen
D
zwemmen

Slide 8 - Quiz

Welke werkwoorden zijn "zwak"?
A
kopen
B
begrijpen
C
tekenen
D
inleveren

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Maak een zin met "worden" in de tegenwoordige tijd.

Slide 11 - Open question

Maak een zin met "zijn" in de verleden tijd

Slide 12 - Open question

Maak een zin met "luisteren" in de voltooide tijd

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

In welke tijd staat deze zin? Mijn tante kwam te laat op mijn verjaardag.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
D
ik weet het niet

Slide 15 - Quiz

In welke tijd staat deze zin? Hij heeft zijn toets erg goed geleerd.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
D
ik weet het niet

Slide 16 - Quiz

In welke tijd staat deze zin?
Ik heb ontzettend veel honger.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
D
ik weet het niet

Slide 17 - Quiz

Zet in de verleden tijd: ik sport

Slide 18 - Open question

Zet in de verleden tijd: hij mag

Slide 19 - Open question

Zet in de verleden tijd:
wij denken

Slide 20 - Open question

Zet in de verleden tijd:
jij zwemt

Slide 21 - Open question

Zet in de voltooide tijd:
ik bel

Slide 22 - Open question

Zet in de voltooide tijd: Wij vragen

Slide 23 - Open question

Zet in de voltooide tijd:
jullie doen

Slide 24 - Open question

einde van deze les

Jullie mogen gaan werken aan NUMO  of aan de opdracht voor fictie.

Slide 25 - Slide