examen gesprekken voeren niv 2 op afstand

examen gesprekken voeren
niv 2
1 / 22
next
Slide 1: Slide
RetailMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

examen gesprekken voeren
niv 2

Slide 1 - Slide

Planning examens
herexamens een week later

Slide 2 - Slide

Maandag 11 mei 13.00u
Kian, Kenan, Giovanni

Maandag 11 mei 13.45u
Berkan, Sam C, Keyshia

Maandag 11 mei 14.30u
Noa, Michelle, Sam S

Maandag 11 mei 15.15
Edwaila, Wissam, Rosella

Woensdag 13 mei 09.00u
Raichel, Timo, Mike

Woensdag 13 mei 09.45u
Geniva, Steve, Berat

Woensdag 13 mei 12.00u
Kelvin, Wesley, Tyra

Slide 3 - Slide

leerdoelen

- de student kent verschillende gespreksdoelen

- de student kan een ander overtuigen van zijn mening

- de student kent de fasen van een discussie

- de student ken de beoordelingscritereria voor het examen


Slide 4 - Slide

opdracht 1
Schrijf bij elk gespreksdoel een voorbeeld op van een situatie als verkoper/verkoopspecialist waarin je moet informeren, instrueren of overtuigen.

Slide 5 - Slide

vraagsoorten

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Open vraag


Wie, wat, waar, waardoor, waarom….etc.

Doel = klant laten spreken


gesloten vraag


ja/nee antwoorden

doel = snel informatie verkrijgen



suggestieve vraag


Dat is toch een mooi aanbod vind je niet?

doel = inspelen op emotie


controlevraag

je controleert of je het begrepen hebt/of de afspraak duidelijk is





















Slide 8 - Slide

discussie

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

argumenteren

Slide 16 - Slide

Argument / standpunt
Standpunt
Een standpunt is de mening die een bepaalde persoon over een bepaalde kwestie heeft.

Argument
De argumenten zijn de redenen die jij aanvoert waarom je een bepaalde mening hebt.




Slide 17 - Slide

standpunt


Ik vind dat

Volgens mij

Mijn conclusie is dat

Dus

Daarom

Dan ook

Kortom


argument


Omdat

Want

Namelijk

Aangezien


Slide 18 - Slide

Opdracht 2

Hieronder zie je drie stellingen. Formuleer per stelling een argument voor en een argument tegen. Denk aan de signaalwoorden die je kunt gebruiken. 


1. De papieren tas geef je gratis mee.

2. Winkels moeten tot 00.00u open blijven.

3. Een relatie met je leidinggevende is toegestaan.

Slide 19 - Slide

oefenexamen
Je bereidt in een groepje van drie personen het oefenexamen voor.
Je denkt samen vast na of je dit examen op school wilt doen of via MS Taams.

Slide 20 - Slide

Hoe?
1.  open je mail, daarin vind je de opdracht voor het oefenexamen
2. kandidaat 1 maakt een groepsgesprek aan in teams (druk op telefoontje en zoek de namen van je groepsgenoten)
3. lees de opdracht goed en ga met elkaar het gesprek aan

Slide 21 - Slide

beoordelingsmodel examen
inhoudelijke bijdrage
gespreksvaardigheid

Slide 22 - Slide