Onregelmatige werkwoorden
Er zijn zes werkwoorden die zich niet aan deze regels houden: bij
hij/zij/het komt geen stam + -t. Deze noemen we
onregelmatige werkwoorden. De drie belangrijkste onregelmatige werkwoorden zijn
hebben, zijn en kunnen.Ook kennen we
zullen, willen en mogen.
- Hebben: ik heb / jij hebt / hij heeft / wij hebben
- Zijn: ik ben / jij bent / hij is / jullie zijn
- Kunnen: ik kan / jij kunt, jij kan / het kan / zij kunnen