Journaal in makkelijke taal: quiz 12, 13, 14 november (met wisbordjes)

Journaal in makkelijke taal: quiz
12, 13, 14 november 2024
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolISKvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Journaal in makkelijke taal: quiz
12, 13, 14 november 2024

Slide 1 - Slide

Programma
1)    Vragen lezen en antwoorden bespreken in je groepje.
2)    Video's opnieuw bekijken.
A)    Één of meer zinnen schrijven.
B)   Of een samenvatting (belangrijkste informatie)
       van drie zinnen schrijven.

Slide 2 - Slide

Doelen
1) Je kunt respectvol samenwerken in een groepje.​
2) Je kunt bij één van de video's: 
A) Één of meer zinnen schrijven;
B) of een samenvatting van maximaal drie zinnen schrijven.

Slide 3 - Slide

Samenwerken
1)  Kies een voorzitter en een schrijver.
2)  Lees de vragen. Bedenk de antwoorden.
3)  Geef antwoord als de voorzitter je naam noemt.
     Kies zelf het nummer van de vraag.
4)  Praat samen over het antwoord.
5)  Schrijf het antwoord op.

Slide 4 - Slide

Taken van de voorzitter
1)   Geef eerst een beurt aan een leerling​,
      die nog niet zo lang in de ISK zit.​
2)   Zorg ervoor dat alle leerlingen om de
      ​beurt een woord kunnen noemen. ​
3)   Zorg ervoor dat alle leerlingen meedoen.​

Slide 5 - Slide

Wat kan de voorzitter zeggen?
....  is aan de beurt.
…, jij bent aan de beurt.​​
…, wat denk jij?​
…, denk jij dat ook?​
...., ben je het ermee eens?

Slide 6 - Slide

Wat kun je zeggen?
Ik denk dat ook.​
Ik ben het ermee eens.
Ik denk dat het niet goed is.​
Ik ben het er niet mee eens.

Slide 7 - Slide

Doel: je kunt vragen over het journaal beantwoorden.
1 Wat was er een aantal dagen verboden in Amsterdam?     (1)
2 Waarom was dat verboden? (1)

Slide 8 - Slide

Antwoorden
1 Een demonstratie houden. / demonstreren
2 Er waren rellen.

Slide 9 - Slide

Doel: je kunt vragen over het journaal beantwoorden.
3 Wat hebben apothekersassistenten gedaan? (1)
4 Waarom hebben ze dat gedaan? (3)
   

Slide 10 - Slide

Antwoorden
3 Niet werken uit protest tegen een of meer werkomstandigheden / staken
4
A meer loon (salaris);
B meer personeel (medewerkers);
C minder agressie.

Slide 11 - Slide

Doel: je kunt vragen over het journaal beantwoorden.
5 Wat was het probleem op een deel van de stations? (1)
6 Wat was de reden van het probleem? (1)

Slide 12 - Slide

Antwoorden
5 Er reden geen treinen.
6 Medewerkers van ProRail gingen staken, omdat ze meer salaris (loon) wilden hebben.

Slide 13 - Slide

Doel: je kunt vragen over het journaal beantwoorden.
7 Wat gebeurt er steeds vaker bij huizen, bedrijven en auto's? (1)
8 Hoe vaak is het dit jaar tot nu toe gebeurd? (1)


Slide 14 - Slide

Antwoorden
7 explosies / ontploffingen, bijvoorbeeld met zwaar vuurwerk.
8 ongeveer 1000 keer 

Slide 15 - Slide

Extra vragen

Slide 16 - Slide

Extra vragen

Slide 17 - Slide

Vragen?
Heb je nog vragen?

Slide 18 - Slide

Opdracht
Schrijf één of meer zinnen.
Of schrijf een samenvatting (belangrijkste informatie) van maximaal drie zinnen.

Slide 19 - Slide

Typ twee of meer woorden of één of meer zinnen
of een samenvatting van maximaal drie zinnen.

Slide 20 - Open question

Ik kan respectvol samenwerken in een groepje.
A
Ik kan het een beetje.
B
Ik kan het goed.

Slide 21 - Quiz

Ik kan een bijdrage leveren, want ik kan bij elk onderwerp minimaal één woord noemen.
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

Ik vind het leuk om in een groepje de quiz van het jeugdjournaal te doen.
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz