This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Kookpunt
Smeltpunt
Kooktraject
Smelttraject
Slide 11 - Drag question
Oplossing
Suspensie
Emulsie
Slide 12 - Drag question
Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren
Slide 13 - Quiz
Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren
Slide 14 - Quiz
Zuivere stof of mengsel?
A
a: mengsel
b: zuivere stof
c: mengsel
B
a: zuivere stof
b: zuivere stof
c: mengsel
C
a: mengsel
b: mengsel
c: mengsel
D
a: zuivere stof
b: zuivere stof
c: zuivere stof
Slide 15 - Quiz
mengsel of zuiver stof?
A
mengsel
B
zuiver stof
C
niet te zeggen
Slide 16 - Quiz
Diagram 1
Diagram 2
Diagram 3
Diagram 4
Kookpunt
smeltpunt
Kooktraject
smelttraject
Slide 17 - Drag question
Hiernaast zie je een mengsel. Wat is dit voor een soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Suspensie
Slide 18 - Quiz
Een mengsel heeft een
A
kooktraject
B
kookpunt
Slide 19 - Quiz
bij de verbranding van benzine reageert benzine met zuurstof en ontstaat er koolstofdioxide en waterdamp geen het reactieschema van de verbranding van benzine
Slide 20 - Open question
Een suspensie is een
A
Mengsel van twee vloeistoffen
B
Mengsel van twee vaste stoffen
C
Mengsel van een vloeistof en een vaste stof
D
Een zuivere stof
Slide 21 - Quiz
Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren
Slide 22 - Quiz
Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren
Slide 23 - Quiz
Geef het reactieschema van de verbranding van magnesium. Hierbij ontstaat magnesiumoxide
Slide 24 - Open question
Hoe noem je een troebel mengsel van twee vloeistoffen?
A
oplossing
B
emulsie
C
suspensie
D
emulgator
Slide 25 - Quiz
de fase-aanduiding voor "vloeibaar" is
A
(s)
B
(l)
C
(g)
D
(aq)
Slide 26 - Quiz
In de gasfase is de aantrekkingskracht tussen moleculen het kleinst
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quiz
Wat is de definitie van een mengsel? Een mengsel...
A
bestaat uit een soort moleculen.
B
bestaat uit meerdere soorten moleculen.
C
bestaat uit meerdere moleculen.
D
bestaat uit meerdere soorten atomen
Slide 28 - Quiz
Waterstof en stikstof ontstaan na de ontleding van ammoniak. Geef het reactieschema.
Slide 29 - Open question
Hiernaast zie je een mengsel. Wat is dit voor een soort mengsel?