XKA 4.1: Voedsel M4 2022

Welkom!
  •  Fijn dat jullie er allemaal zijn!

  • Leg vast je boeken, schrift en laptop op tafel.

1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Welkom!
  •  Fijn dat jullie er allemaal zijn!

  • Leg vast je boeken, schrift en laptop op tafel.

Slide 1 - Slide

Thema 4: Voeding en vertering

Slide 2 - Slide

Planning
  • Start van de les
  • Uitleg basisstof 1
  • Opdrachten maken
  • Pauze
  • Bespreken toets

Slide 3 - Slide

Basisstof 1: Voedsel

Slide 4 - Slide

Leerdoelen Voeding en vertering

Je kunt beschrijven welke rol bacteriën en schimmels spelen bij de voedselproductie en voedselbederf.
Je kunt de werking van enzymen beschrijven.
Je kunt manieren noemen waarop voedsel kan worden geconserveerd.
Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezels in voedingsmiddelen noemen.
Je kunt zes groepen voedingsstoffen met hun functies en kenmerken noemen.
Je kan uitleggen hoe je glucose en zetmeel kan aantonen
Je kunt met behulp van de schijf van vijf adviezen voor een gezonde leefstijl geven.
Je kunt omschrijven wat vertering is en de functie van verteringssappen en enzymen hierbij aangeven.
Je kunt de delen van het verteringsstelsel noemen met hun functies en kenmerken.
Je kunt de verteringssappen noemen met hun functies.
Je kunt de delen van een tand of kies benoemen met hun kenmerken.
Je kunt bij zoogdieren het verband aangeven tussen de voedselkeuze, de lengte van het darmkanaal en de kenmerken en functies van de tanden en kiezen.
Je kunt omschrijven wat tandplank en tanderosie is.






Slide 5 - Slide

Zoek in je boek en schrijf in je schrift:
Welke organismen worden gebruikt om producten voor de mens te maken met voorbeelden.

...........
.............
organismen
producten

Slide 6 - Slide

Zoek in je boek en schrijf in je schrift:
Schimmels
Bacteriën
brood
yoghurt
bier
kaas
wijn
zuurkool
schimmelkaas
organismen
producten

Slide 7 - Slide

Voedselproductie
  • Stofwisselingsprocessen -> stoffen worden omgezet in andere stoffen.
  • Fotosynthese, verbranding, assimilatie en dissimilatie zijn hier voorbeelden van.

Slide 8 - Slide

Enzymen
  • Enzymen -> versnellen reacties die in de cellen van organismen plaatsvinden 
  • Zijn speciale eiwitten
  • Zijn specifiek -> 1 enzym versnelt slechts 1 reactie
  • Enzymen worden niet verbruikt

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Enzymactiviteit

Slide 11 - Slide

Enzymactiviteit
  • Zo'n grafiek noem je een optimumkromme
  • Optimumtemperatuur -> de reactie wordt dan optimaal versnelt

Slide 12 - Slide

pH-schaal
  • De zuurgraad of pH wordt bepaald door de opgeloste stoffen in een vloeistof
  • Veel enzymen werken het best bij een pH van 7

Slide 13 - Slide

Voedsel conserveren
Vul de tabel in met de informatie op bladzijde 11 en 12
Koel bewaren
Invriezen
Pasteuriseren
Steriliseren
Drogen
Vacuüm verpakken
conserveermiddelen toevoegen

Slide 14 - Slide

Voedsel conserveren
Koel bewaren
Voedsel bewaren bij 4 °C
Invriezen
Voedsel bewaren bij -18 °C
Pasteuriseren
Het product kort verhitten tot 72°C
Steriliseren
Het product verhitten tot 140 °C
Drogen
Al het vocht aan het product onttrekken
Vacuüm verpakken
Al het lucht uit de verpakking verwijderen
Natuurlijke conserveermiddelen 
Zuur, suiker of zout toevoegen om producten langer houdbaar te maken
Kunstmatige conserveermiddelen
Kunstmatige producten (sulfiet) om voedsel minder snel te laten bederven
Vul de tabel in met de informatie op bladzijde 11 en 12.

Slide 15 - Slide

Wat doen enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen versnellen reacties in cellen
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Slide 16 - Quiz

Bij welke temperatuur zijn enzymen tijdelijk onwerkzaam?
A
9 graden
B
38 graden
C
51 graden

Slide 17 - Quiz

Dit enzym ...
A
Knipt voedingsstoffen (als een schaar)
B
Plakt voedingsstoffen aan elkaar (als lijm)

Slide 18 - Quiz

Pasteuriseren
Sterilliseren

Invriezen

Natuurlijke conserveermiddelen
Additieven
Temperatuur laten dalen tot -20 graden
Verhitten tot ca. 72 graden 
Verhitten tot 130 - 140 graden 
Toevoegen van kleurstoffen, geurstoffen en smaakstoffen
Toevoegen van suiker, zout, zuur

Slide 19 - Drag question

Opdrachten maken
Ga aan de slag met opdrachten van basisstof 1.

Slide 20 - Slide