Les 1.8 Spelling

Nederlands

Klas 1 KGT - 1.8 Spelling
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands

Klas 1 KGT - 1.8 Spelling

Slide 1 - Slide

Vandaag in deze les:
Stillezen
Lesafspraken
Terugblik
Lesdoel
Huiswerk nabespreken
Instructie
Aan de slag

Slide 2 - Slide

Stillezen
Pak je leesboek, stripboek, etc.
Geen leesvoer? Geef dit even aan.
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Lesafspraken:
  • Je hebt respect voor elkaar en je omgeving
  • Je hebt de spullen op orde en huiswerk gemaakt
  • Je hebt de aandacht bij de les en bent stil wanneer nodig
  • Bij samenwerken werk je zachtjes
  • Wil je iets vragen of zeggen, steek dan je hand op
  • Tassen op de grond, jassen in kluisje
  • Geen eten/drinken/kauwgom

Slide 4 - Slide

Terugblik:
  • Fictie
  • Grammatica
  • Werken op de laptop
  • Spelling: stam en ik-vorm

Slide 5 - Slide

Lesdoel Spelling
Voordat je aan deze paragraaf begint:
  • weet je wat een werkwoord is.
  • kun je het werkwoord in een zin vinden.
Aan het einde van deze paragraaf
  • kun je het verschil uitleggen tussen de ik-vorm en de stam van een werkwoord.
  • weet je hoe je woorden met een au/ou en ij/ei moet schrijven.

Slide 6 - Slide

Huiswerk nakijken
  • 1. wensen - wens - ik wens
  • 2. printen - print - ik print
  • 3. schieten - schiet - ik schiet
  • 4. praten - prat - ik praat
  • 5. drinken - drink - ik drink 

Slide 7 - Slide

Huiswerk nakijken
  • 6. beloven - belov - ik beloof
  • 7. roeien - roei - ik roei
  • 8. remmen - remm - ik rem
  • 9. halen - hal - ik haal
  • 10. zwemmen - zwemm - ik zwem 

Slide 8 - Slide

Huiswerk nakijken
  • 4. prat - praat: een a erbij
  • 6. belov - beloof: een o erbij en v=f
  • 8. remm - rem: een m eraf
  • 9. hal - haal: een a erbij
  • 10. zwemm - zwem: een m eraf 

Slide 9 - Slide

Aantekening Spelling
  • De stam van het ww is het hele werkwoord zonder -en
  • De ik-vorm van het ww is de vorm zoal hij bij ik in de tt wordt geschreven.

Slide 10 - Slide

Aantekening Spelling
  • De stam en de ik-vorm kunnen hetzelfde zijn.
  • Soms moet je de stam aanpassen om de ik-vorm te krijgen: 
  1. Je moet een klinker toevoegen.
  2. Je moet een medeklinker weglaten.
  3. Je moet een letter veranderen: van een z in een s of van een v in een f.

Slide 11 - Slide

Instructie Spelling
  • 1.7 au of ou?    1.8 ij of ei?
  • Bij deze letters hoor je dezelfde klank, maar je schrijft ze anders.
  • Er is geen regel, de spelling moet je uit je hoofd leren.

Slide 12 - Slide

Aan de slag
Opdracht 29 (31) en 31 (32) in je schrift.
Je schrijft de hele zin van beide oefeningen helemaal op. (Hiermee oefen je tegelijkertijd ook de spelling van andere woorden.
Dit is het huiswerk voor de volgende les.

Slide 13 - Slide

Bedankt voor jullie aandacht

Slide 14 - Slide