Romeinen waren flexibel als het ging om lokale hiërarchie (verdeel & heers) en godsdiensten.
Overwonnen volken konden burgerschap krijgen (na dienstplicht)
Slide 7 - Slide
Grenzen aan het Romeinse Rijk
Grenzen = Limes
In vredestijd: handel, een paar forten met legioenen van het Romeinse leger, wachttorens
In oorlogstijd: via de nieuwe wegen werden meer soldaten opgetrommeld
lokale bestuurders wilden vrede, want dan konden ze hun macht houden
Einde 2e eeuw en 3e eeuw nC.: Steeds meer invallen (Germanen), dus meer instabiliteit, dus minder handel, dus minder inkomsten
Slide 8 - Slide
Vraag 18:
Waar of niet waar?
Jezus was joods
timer
1:00
Slide 9 - Slide
Instabiele grenzen, maar 1 stabiel geloof
Flexibele Romeinen: verdeel en heers - polytheïstisch
Joden (monotheïstisch) in Judea: vreemd, maar tolerantie
Tot 1 joodse man: Jezus Christus
Boodschap van tolerantie en hiernamaals ---> veel volgelingen
Joden in Judea voelen zich bedreigd ---> Jezus gekruisigd
Christendom verspreidt zich snel door Europa
Romeinen gaan er verschillend mee om (steeds toleranter)
Slide 10 - Slide
Dus:
Nero (64 nC): christenen als zondebok --> vervolging
Plinius en Trajanus (110 nC): geen actieve vervolging, twijfel over straffen. Wel nog streven naar Romeins polytheïsme
Licinius en Constantijn (313 nC): Vrijheid van geloof
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Keizer Constantijn
- Zou zich hebben bekeerd tot het
Christendom in 312 nC
- Stelde geloofsvrijheid in in 313 nC
Was dit alleen maar een cultureel-religieuze
keuze van hem?
Slide 13 - Slide
Crisis van de 3e eeuw: veel gezeik
1. Tussen 235 en 284: Meer dan 50 soldatenkeizers, meer dan de helft vermoord.
--> Feesten
--> Ruzie
--> Chaos
Slide 14 - Slide
Crisis van de 3e eeuw: veel gezeik
2. Germanen vielen steeds
vaker het Romeinse Rijk binnen
en moesten worden bestreden
of afgekocht (allebei duur).
Slide 15 - Slide
Crisis van de 3e eeuw: veel gezeik
3. Geen nieuwe veroveringen, dus geen nieuw buit, dus minder inkomsten voor het Romeinse Rijk.
--> meer belasting voor bevolking
--> Romeinse bevolking armer
--> minder geld in omloop
Slide 16 - Slide
Crisis van de 3e eeuw: veel gezeik
4. Minder geld beschikbaar? Dan ook minder onderhoud van voorzieningen. Wegen verslechterden bijvoorbeeld, dus minder handel.
Slide 17 - Slide
Crisis van de 3e eeuw: veel gezeik
5. Niet alleen armer, maar ook onveiliger: geen bescherming meer van 1 Romeins leger. Mensen moesten zich steeds verhouden tot nieuwe Germaanse legers.
Slide 18 - Slide
Crisis van de 3e eeuw: veel gezeik
6. Steden krimpen. Mensen zoeken bescherming en werk op het platteland.
Slide 19 - Slide
Crisismanagement
284 nC: splitsing Romeinse Rijk door keizer Diocletianus:
West-Romeinse Rijk
Oost-Romeinse Rijk
--> minder politiek gedoe, want kleiner Rijk
--> sneller de invallende Germanen bestrijden
Slide 20 - Slide
395 na Christus:
Definitieve splitsing in West- en Oostromeinse Rijk om bestuur makkelijker te maken
Slide 21 - Slide
Toch werd het nog erger:
Vanaf de 5e eeuw vielen de Hunnen aan vanuit het Oosten.
Slide 22 - Slide
Grote Volksverhuizing
3e eeuw - 5e eeuw
Europese stammen slaan op de vlucht voor de Hunnen
Trekken het onbewaakte Romeinse Rijk binnen (die zijn veel bezig met burgeroorlog)
Veroorzaken economische en sociale problemen (onveiligheid)
Blijven vaak wonen in het rijk (culturele verandering)
Slide 23 - Slide
Koninkrijk?
De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.
En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
De belangrijkste volken rondom het Romeinse Rijk tussen de 2e-5e eeuw
Hunnen
Angelen
Saksen
Vandalen
Visigoten
Ostrogoten
Slide 24 - Slide
Val West-Romeinse Rijk
476 nC
Het Oost-Romeinse Rijk ging nog even 1000 jaar verder, tot 1453
Slide 25 - Slide
0
Slide 26 - Video
5 minuten pauze, 14u terug!
Slide 27 - Slide
economisch
politiek
militair
hogere kosten
snelle opvolging van keizers
de Romeinse soldaten kunnen niet meer op tegen de Germanen