Dag 7 - T9 - Uiterlijk - Roze

Woorden
Thema 9:  Uiterlijk
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Woorden
Thema 9:  Uiterlijk

Slide 1 - Slide

woorden van vandaag
  1. prachtig
  2. rood
  3. de rug
  4. de schilder
  5. het schilderij
  6. de suikerziekte

Slide 2 - Slide

prachtig
  • heel mooi
  • zin: De zon zakt in de zee. De kleuren zijn prachtig.
  • zin: Het meisje ziet er prachtig uit.
  • zin: Wat een prachtige jurk heb je aan! 
37

Slide 3 - Slide

rood
  • een kleur
  • zin: De laarzen zijn rood.
  • zin: Rood is mijn lievelingskleur. 
38

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

de rug
  • van je hoofd tot aan je billen
  • achterkant van je lichaam
  • de rug -  de ruggen
  • zin: Ik heb in de tuin gewerkt en nu heb ik pijn in mijn rug. 
  • zin: Ik lig op mijn rug.
39

Slide 6 - Slide

de schilder
  • een schilder maakt schilderijen of hij schildert muren en deuren in huizen.
  • de schilder - de schilders
  • zin: De schilder heeft ons hele huis geschilderd. 
  • zin: Mondriaan is een beroemde schilder.
40

Slide 7 - Slide

het schilderij
  • het schilderij - de schilderijen 
  • zin: Boven de bank hangt een schilderij van de zee.
  • zin: In het museum hangen veel schilderijen.
41

Slide 8 - Slide

de suikerziekte
  • diabetes
  • zin: Mijn neef heeft suikerziekte. Hij gaat vaak naar de dokter voor controle. 
42

Slide 9 - Slide

37
timer
1:30
Wat vind jij prachtig?

Slide 10 - Mind map

Welke kleuren zijn dit?
38
A
root- paars - blauw - groen - geel - oranje
B
rood - paars - blauw - groen - gel - oranje
C
rood - paars - blauw - groen - geel - oranje
D
rood - paars - blaaw - groen - geel - oranje

Slide 11 - Quiz

Vul de goede woorden in:
Mijn .......... heeft een ........ en .........
23/39
A
oren - armen - benen
B
lighaam - arm - rug
C
lichaam - rug - armen
D
lighaam - been - armen

Slide 12 - Quiz

39
Wat hoort bij elkaar?
tellen
de rug

Slide 13 - Drag question

Maak een goede zin met:
schilderij en schilder
en werkwoord: maken
40/41

Slide 14 - Open question