Het meisje kan de verteller van het verhaal zijn. Het gaat dan als volgt:
'Ik loop in de tuin en zie een mooie roos. Ik pluk hem.'
Dit verhaal is in de ik-vorm geschreven. We kijken door de ogen van het meisje. We weten alleen wat het meisje, de hoofdpersoon, weet op dit moment in het verhaal.
We noemen dit het ik-vertelperspectief.