Workshop Angst

• Verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Workshop Eerste hulp bij angst 

Doel van de les:

Je krijgt praktische handvatten voor het omgaan met cliënten met angststoornissen.

Wat gaan we doen? 
Introductiefilm, stoornissen,  herkenningspunten, begeleidingsadviezen, ademhalingsoefening en gespreksvoering.

 

Soorten angststoornissen:

• Paniekstoornis: paniekaanvallen, angst voor een nieuwe paniekaanval.

• Agorafobie: angst voor en vermijding van situaties

• Specifieke fobie: angst voor en vermijding van specifieke objecten/situaties.

• Sociale-angststoornis (sociale fobie): hevige, aanhoudende angst voor en vermijding van situaties waarin men anderen tegenkomt.

• Gegeneraliseerde-angststoornis: piekergedachten over dagelijkse onderwerpen.

• Scheidingsangst of separatieangststoornis: niet bij de ontwikkelingsfase passende, excessieve angst of vrees om gescheiden te worden van diegenen aan wie men gehecht is.

• Obsessieve compulsieve stoornis: terugkerende en hardnekkige gedachten, impulsen of voorstellingen (obsessies), en/of dwanghandelingen

(bron: GGZstandaarden)

Hoe herken je een angst/ paniek aanval bij een cliënt?

Herkenning

Hoe zou je Nina (filmpje) helpen tijdens een angst/paniek aanval?

Oefening

Ademhalingsoefening om zenuwstelsel te klameren

Van ‘vecht of vlucht’ naar ‘rust en verteer’ modus:

BUIKADEMHALING

1. Sta of zit rechtop, leg rechterhand op je buik.

2. Adem diep in, buik opgezet, langzaam leeg laten lopen.

3. Concentreer je op de beweging en het ritme van je buik, en je hand.

4. Tel tot 4 tijdens de inademing ( indien mogelijk ), en tot 4,5, of 6 tijdens de uitademing.

5. Probeer bewust spieren van je lichaam aan te spannen en vervolgens te ontspannen. Begin bij je vingers , handen, en / of je gezicht,( kaak, mond).

Oefening

Ademhalingsoefening om zenuwstelsel te kalmeren.

Van ‘vecht of vlucht’ naar ‘rust en verteer’ modus:

BUIKADEMHALING

1. Sta of zit rechtop, leg rechterhand op je buik.

2. Adem diep in, buik opgezet, langzaam leeg laten lopen.

3. Concentreer je op de beweging en het ritme van je buik, en je hand.

4. Tel tot 4 tijdens de inademing ( indien mogelijk ), en tot 4,5, of 6 tijdens de uitademing.

5. Probeer bewust spieren van je lichaam aan te spannen en vervolgens te ontspannen. Begin bij je vingers , handen, en / of je gezicht,( kaak, mond).

(Bron: GGZgroep)

Gesprek a.d.h.v het 5G schema 

(bekend van RETschema, veel gebruikt bij therapie)

Wanneer de cliënt gekalmeerd is, kun je de situatie kort bespreken zodat de cliënt grip leert krijgen op de gebeurtenis en de reactie daarop.  

Oefening:
1. Kies een fobie ( vb.spinnen, naalden)
2. Bedenk kort een situatie.   
3. Bespreek kort met je cliënt de situatie a.d.h.v. de 5 G's 

Terugkijkend naar het doel:
Wat neem je mee van deze les?

Huiswerk opdracht

Zoek op:

• Persoonlijkheidsstoornissen: beschrijf wat de 3 clusters (A, B, C) zijn?
• Geef per cluster 2 voorbeelden van persoonlijkheidsstoornissen.
• Geef per cluster bij 1 voorbeeld ook een voorbeeld van gebruikte medicatie en wat deze medicatie doet.

Evaluatie: wat vond je van deze les?

Leerzaam

Onnodig

Interessant

Totaal niet interessant