6.1 Begroten en nacalculeren - de directe kosten

1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

6.1 Begroten en nacalculeren - de directe kosten

Directe kosten zijn kosten die direct toegewezen kunnen worden aan een product of dienst.

Slide 2 - Slide

Directe kosten berekenen
Directe kosten kunnen worden berekend door de kosten van alle directe materialen, arbeidsuren en andere directe kosten bij elkaar op te tellen.

Slide 3 - Slide

Opwarmertje.
Laten we oefenen met het berekenen van directe kosten. Bereken de directe kosten voor het maken van een doosje chocolade. De materialen kosten €0,50 per doosje, de arbeidskosten zijn €10 per uur en er zijn 0,25 uur besteed aan het maken van één doosje.

Slide 4 - Slide

Geef het antwoord op de vraag in de vorige slide.

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video

Arbeidskosten, machinekosten en materiaalkosten vormen samen de directe kosten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

In de bedrijfsregistratie neem je op de gewerkte uren, de gebruikte machines en materialen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Waarom zou je de nacalculatie vergelijken met de begroting?

Slide 9 - Open question

Ik heb in excel ooit met formules gewerkt
Ja
Nee

Slide 10 - Poll

Een telefoon of iPad aan het personeel verstrekken heeft positieve en negatieve kanten
Eens
Oneens

Slide 11 - Poll

Een begroting maken is veel werk. Het werken volgens een aanneemsom is veel gemakkelijker.
Juist
Onjuist

Slide 12 - Poll

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open question