De leerdoelen van deze paragraaf zijn:
- Je kunt de slechte relatie tussen koning Willem III en het parlement verklaren.
- Je kunt verschillende politieke partijen benoemen die eind 19e eeuw opgericht worden én je kunt van elke partij standpunten uitleggen.
- Je kunt de drie politieke discussiepunten rond 1900 benoemen en uitleggen.
De kenmerkende aspecten in deze paragraaf zijn:
- De voortschrijdende democratisering, met deelname van meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
- Discussies over de 'sociale kwestie'.
- De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.
- De opkomst van emancipatiebewegingen.
Huiswerk:
Maak opdracht 3, 4, 7, 9, 10, 11, 12, 13